De vergoeding voor overlijdensschade ziet onder andere op weggevallen levensonderhoud. Om deze schade te berekenen stellen we vast hoeveel geld er nodig is om de levensstandaard van het gezien te onderhouden. Dit noemen we de behoefte. Als er onvoldoende inkomsten zijn om aan deze behoefte te voldoen is er sprake van behoeftigheid.
Na het overlijden van een naaste bestaat er recht op een vergoeding voor weggevallen levensonderhoud. Bij deze vorm van overlijdensschade kan van belang zijn of er ook financieel voordeel ontstaat door het overlijden. Bijvoorbeeld door het ontvangen van een nalatenschap/erfenis, smartengeld of een verzekeringsuitkering:
´Gekeken moet worden of de nabestaande zonder het levensonderhoud van de overledene nog dezelfde levensstijl en hetzelfde uitgavenpatroon (levensstandaard) kan blijven aannemen. Als blijkt dat de eerdere levensstandaard na het overlijden niet meer gehaald kan worden is er een tekort, en dus behoeftigheid (schade).’
Certificaat houder na overlijden echtgenoot bij bedrijfsongeval
Na het overlijden van haar man door een bedrijfsongeval wordt een vrouw certificaat houder van aandelen in een B.V. Voor het erven van de certificaten is belasting verschuldigd. Deze belasting is betaald uit het bedrijfsvermogen, waardoor er minder dividend over de aandelen wordt uitgekeerd. De aandelen worden beheerd door een stichting. Het slachtoffer en de nabestaanden kunnen daarom niet vrij beschikken over de aandelen en het bedrijfsvermogen. De aansprakelijke verzekeraar wil bij de vraag of er behoefte is aan levensonderhoud echter wel rekening houden met de waarde van deze aandelen.
Gratis rechtsbijstand bij berekenen behoeftigheid
De financiële gevolgen van het overlijden van een dierbare bij een ongeval laat u gratis afhandelen door een letselschade advocaat. Alhoewel een schadevergoeding het verlies nooit compenseert, is het afhandelen van de praktische gevolgen van het overlijden belangrijk voor de verwerking.
Hoe beoordelen we of er recht bestaat op een vergoeding voor weggevallen levensonderhoud?
Voor het berekenen van de vergoeding voor het wegvallen van levensonderhoud gebruiken we de Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade:
‘De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van de Letselschade Raad geeft een berekeningsmethodiek voor gederfd levensonderhoud die hierbij aansluit. Kort gezegd vormt het verschil tussen het netto besteedbare (consumptieve) gezinsinkomen zonder en met overlijden de basis voor het berekenen van de behoefte en behoeftigheid van nabestaanden.‘
Wat is het belang van behoefte en behoeftigheid bij overlijdensschade?
Of er recht bestaat op een vergoeding voor het wegvallen van levensonderhoud is afhankelijk van een vergelijking van de situatie van de nabestaanden voor en na het overlijden. Bij deze beoordeling speelt vaak de vraag of een verzekeraar bepaalde voordelen mag verrekenen met de overlijdensschade.
Wat is behoefte bij overlijdensschade?
De rechter geeft in het vonnis de volgende definitie van behoefte bij overlijdensschade:
‘De ‘behoefte’ van nabestaanden is wat nodig is om in het levensonderhoud te kunnen voorzien op zo’n manier dat eenzelfde levensstandaard kan worden voortgezet zoals die voor het overlijden bestond ondanks het wegvallen van inkomsten door overlijden.’
Wat is behoeftigheid bij overlijdensschade?
De rechter geeft in het vonnis de volgende definitie van behoeftigheid bij overlijdensschade:
‘Met het begrip ‘behoeftigheid’ wordt bedoeld wat nabestaanden in totaal tekort komen om de levensstandaard die zij hadden ook in de toekomst te kunnen houden. Dit totale tekort vormt de schade door gederfd levensonderhoud; de overlijdensschade.’
Beoordelen behoeftigheid na ontvangst certificaten
De aansprakelijke verzekeraar vindt dat er door het erven van deze certificaten geen sprake is van behoeftigheid. Het gezin zou voldoende middelen hebben om de levenstandaard van het gezin te onderhouden. Financieel gezien zou de vrouw er op vooruit zijn gegaan door het erven van de certificaten die eerst buiten de huwelijks gemeenschap viel.
Geen vrije beschikking over aandelen
De rechter concludeert uiteindelijk dat er sprake is van behoefte en behoeftigheid. De vrouw kan als aandeelhouder en medebestuurder van de stichting die de aandelen beheert niet vrij beschikken over de aandelen:
‘Aan de positie van certificaathouder en/of van bestuurder van de STAK komt daarom naar het oordeel van de rechtbank geen wezenlijke betekenis toe.’
De stichting betaalt dividend aan de aandeelhouders dit bedrag dit bedrag is inkomen. Omdat de dividenduitkeringen lager uitvallen, loopt het gezin inkomen mis en is er derhalve sprake van behoeftigheid om aan deze behoefte te voldoen:
‘Bij het bepalen van de behoefte van [verzoekende partij 1] en [verzoekende partij 2] , waarvoor zoals gezegd een rekenexercitie nodig is, moeten dus de uitkeringen uit de STAK als onderdeel van het gezinsinkomen meegenomen worden.’
Gratis rechtsbijstand en advies bij overlijdensschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Midden-Nederland 11 juni 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2843