De organisator van een pakketreis betaalt de letselschade die ontstaat als letselschade ontstaat door een tekortkoming bij een van de reisdiensten. Een familie boekt een pakketreis bij Corendon. De pakketreis bestaat uit vervoer naar en een all-inclusive verblijf van één week in Turkije. Als de vrouw na vijf dagen een douche neemt breekt de douchedeur. De vrouw loopt meerdere kleine snijwondjes op en wordt behandeld door personeel van het hotel.
De vrouw vordert bij terugkomst een schadevergoeding van de reisorganisator. Zij wil een vergoeding voor de medische kosten en stelt daarnaast dat ze last heeft van psychische klachten, waaronder rijangst. De rechter wijst de vordering uiteindelijk af omdat de vrouw niet aannemelijk maakt dat zij schade leed door het breken van de douchedeur in het hotel.

Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Vul het contactformulier in voor een terugbelverzoek
Wat is aansprakelijkheid van de organisator van een pakketreis?
Als een aanbieder meerdere reisdiensten als één geheel verkoopt is er sprake van een pakketreis. Denk bijvoorbeeld aan een vakantie waarbij de totaal prijs ziet op vervoer en verblijf. Als een reiziger letselschade oploopt door een tekortkoming bij de reisactiviteiten dan betaalt de aanbieder van de pakketreis de schade.
Wanneer is de organisator van een pakketreis aansprakelijk?
De reisorganisator is aansprakelijk als er schade ontstaat door een tekortkoming bij een uitvoering van de reisdiensten. Deze aansprakelijkheid van de reisorganisator ontstaat bijvoorbeeld als iemand gewond raakt bij een verkeersongeval bij het vervoer naar het hotel of bij een ongeval in het hotel. De activiteit moet wel deel uitmaken van de reis om aansprakelijkheid van de organisator vast te stellen:
´Volgens de wet is de reisorganisator (Corendon) verantwoordelijk voor de uitvoering van de reisdiensten waarop de pakketreisovereenkomst betrekking heeft, ongeacht of deze diensten door de organisator of door andere dienstverleners (bijvoorbeeld het hotel) worden verricht. Indien een of meer reisdiensten niet conform de pakketreisovereenkomst worden uitgevoerd, zorgt de organisator dat de non-conformiteit wordt verholpen, tenzij dat onmogelijk is of onevenredig hoge kosten met zich brengt, rekening houdend met de mate van non-conformiteit en de waarde van de betreffende reisdiensten. Indien de organisator de non-conformiteit niet verhelpt met een beroep op deze uitzonderingen geldt dat de reiziger onder meer recht heeft op schadevergoeding en een passende prijsverlaging, tenzij de reisorganisator bewijst dat de non-conformiteit aan de reiziger is toe te rekenen.’
Schade aannemelijk maken in deelgeschil
In een deelgeschilprocedure gaat het regelmatig alleen over het vaststellen van de aansprakelijkheid. De rechter beoordeelt of er een schadevergoedingsplicht bestaat, maar stelt niet vast wat de omvang van de schade is. Om de aansprakelijkheid vast te stellen, moet het slachtoffer de schade wel aannemelijk maken. Als de schade niet aannemelijk is, wijst de rechter de schadeclaim af.

Geen bewijs medische kosten
De vrouw is niet medische behandeld anders dan de eerste hulp door medewerkers van het hotel. Het bestaan van medische kosten voor verzorging is daarom niet aannemelijk. De vrouw overlegt wel facturen van een psycholoog en een GGZ-consult, maar uit de stukken blijkt niet dat de klachten het gevolg zijn van het ongeval op reis. De rechter vindt daarom dat het bestaan van schade niet aannemelijk is en wijst de schadeclaim af:
´De kantonrechter stelt vast dat de tot op heden gemaakte medische kosten uitsluitend betrekking hebben op de psychologische klachten van [eiser] (facturen van een psycholoog en een GGZ-consult). Nu het causaal verband tussen de psychologische klachten en de non-conformiteit niet is komen vast te staan, leveren deze kosten geen schadepost op. De kantonrechter ziet verder in hetgeen is aangevoerd ook geen reden om aan te nemen dat [eiser] in de toekomst nog medische kosten zal gaan maken voor eventueel lichamelijk letsel. De conclusie is dat het bestaan van schade in de vorm van medische kosten onvoldoende aannemelijk is geworden.´
Geen immateriële schade door klein litteken
De vrouw stelt ook dat er een litteken is achtergebleven op haar lichaam door de snijwonden. De rechter stelt vast dat er een klein oppervlakkig littekenen aanwezig is, maar dat hierdoor niet is aangetoond dat er sprake is van immateriële schade. Bovendien is onduidelijk of het litteken is veroorzaakt door de douchedeur. De rechter vindt het daarom niet aannemelijk dat de vrouw geestelijk letsel opliep door het ongeval:
´Een enkel oppervlakkig litteken is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om een aanspraak op immateriële schadevergoeding aannemelijk te maken. Bovendien kan ook van het litteken niet worden vastgesteld of het door het incident met de douchecabine is veroorzaakt.´
Mogelijkheid van schade niet aannemelijk gemaakt
Voor een letselschadeclaim hoeft het slachtoffer de schade niet aan te tonen, maar de schade moet wel aannemelijk zijn. In dit geval is er onvoldoende bewijs waaruit blijkt dat het slachtoffer mogelijk schade leed. De rechter wijst de vordering om de aansprakelijkheid vast te stellen daarom af:
‘Onder deze omstandigheden is de mogelijkheid dat [eiser] als gevolg van het breken van de glazen douchecabine materiële en immateriële schade heeft geleden onvoldoende aannemelijk.’
Geen vergoeding voor letselschade, maar wel een prijsverlaging
De rechter wijst de letselschadeclaim af. Omdat de rechter vindt dat het incident wel invloed had op de reis wijst de rechter een prijsverlaging toe. De rechter vindt dat het breken van de douchedeur waarschijnlijk een negatieve invloed had op het reisgenot gedurende de laatste twee dagen. De rechter vindt een prijsverlaging van € 750,– passend:
‘De pakketreis kent een reiscomponent (de vlucht en de transfer) en een verblijfscomponent (het hotel). Aangezien de kosten van deze componenten door de verschillende kortingen niet goed te onderscheiden zijn, gaat de kantonrechter ervan uit dat de verblijfscomponent (met ultra all inclusive verzorging) ongeveer 80% van de waarde van de reissom vertegenwoordigt. Dat komt voor twee dagen neer op een bedrag van € 817,40.6 Omdat niet valt uit te sluiten dat het gezin op de laatste twee dagen nog wel heeft gegeten en gedronken, en/of van andere faciliteiten van het hotel gebruik heeft gemaakt, oordeelt de kantonrechter dat een prijsverlaging van € 750,00 passend is.’
Gratis rechtshulp en advies bij letselschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Noord-Holland 29 oktober 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:12301
