Botsing fietser en dronken scooterrijder zonder helm

Bij een aanrijding tussen een scooterbestuurder en een fietser raakt de bestuurder van de scooter ernstig gewond. De rechtbank Amsterdam beoordeelt of de scooterrijder recht heeft op een schadevergoeding voor dit verkeersongeval. De scooterrijder had gedronken, droeg geen helm en reed iets te hard. De fietser nam een ruime bocht en stuurde daarna terug naar het fietspad en had geen achterlicht.

Aanrijding met fietser die bocht ruim neemt zonder achterlicht

De scooterrijder rijdt op een weg als voor hem een fietser dezelfde weg inslaat. De fietser neemt de bocht ruim en komt halverwege de rijbaan uit van waar hij terugstuurt naar het fietspad. Als de fietser terug is op het fietspad voelt hij dat hij van achter wordt aangereden. De scooterrijder is tegen de achter kant van de fiets gereden en gevallen waarbij ernstig letsel ontstaat. De scooter rijder verklaart dat hij vijf biertjes dronk voordat hij op de scooter stapte. De scooterrijder droeg bovendien geen helm. De fietser had geen achterlicht en nam de bocht ruim. Moet de fietser de schade van de scooterbestuurder betalen?

Geen aansprakelijkheid fietser wegens rijgedrag scooter

Uiteindelijk stelt de rechter vast dat de fietser niet aansprakelijk is. Het rijgedrag van de scooterrijder was voor 90% de oorzaak van het ongeval. Daarbij is vooral van belang dat de scooterrijder gedronken had en niet reageerde op de fietser die de bocht te ruim nam. Omdat de scooterrijder geen helm droeg moet de scooterrijder ook de resterende 10% van de schade zelf betalen:

‘Gelet op al het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat de aan [gedaagde] in het kader van de causaliteitsafweging (met betrekking tot de toedracht) toe te rekenen omstandigheden dat zijn fiets geen werkend fietslampje had, dat hij een slingerbeweging heeft gemaakt en zonder (om) te kijken is teruggekomen op de fietsstrook, grotendeels wegvallen ten opzichte van de aan [eiser] toe te rekenen verkeersfouten: het onder invloed van alcohol te hard rijden op een gemotoriseerd voertuig, en het (mogelijk als gevolg van dat rijden onder invloed) niet anticiperen op de situatie zoals die zich voordeed.’

Betaalt de bestuurder van een scooter altijd een deel van de eigen schade bij een aanrijding met een fietser?

In dit geval kan de fietser een beroep doen op de reflexwerking van artikel 185 WVW. Dit betekent dat de bestuurder van het motorvoertuig (de scooter) in ieder geval een deel van de schade zelf draagt, omdat een fietser een zwakke verkeersdeelnemer is.

Vaststellen alcohol gebruik zonder bloedonderzoek

De man verklaart dat hij vijf glazen bier dronk voordat hij op de scooter stapte. De politie stelde vast dat de man naar alcohol rook en in het ziekenhuis is vastgesteld dat de man alcohol in zijn bloed had. Een bloedonderzoek was niet mogelijk vanwege het ernstige letsel van de man. Hoeveel de man precies dronk was daarom onduidelijk. De rechter stelt op grond van het beschikbare bewijs desondanks vast dat de man als beginnend bestuurder te veel gedronken had:

‘Niet in geschil is dat [eiser] een ‘beginnend bestuurder’ was. In artikel 8 lid 3 WVW is bepaald dat het alcoholgehalte in het bloed van een beginnend bestuurder maximaal 0,2 milligram per milliliter bloed mag zijn. Dit promillage wordt gemiddeld genomen al bij het nuttigen van één glas alcohol bereikt. [eiser] heeft aldus met in elk geval te veel, maar waarschijnlijk veel te veel, alcohol in zijn bloed op de scooter gereden.’

Is het na een aanrijding belangrijk of een fietser een werkend achterlicht had?

De fietser had geen achterlicht. Dit is wel wettelijk verplicht. Na een aanrijding kijken we naar de gemaakte verkeersovertredingen, maar daarbij is belangrijk of de verkeersfout bijdroeg aan het ontstaan van de aanrijding. In dit geval had de fiets wel reflectoren en was de weg door lantaarnpalen goed verlicht. De fietser was daarom wel goed zichtbaar, zodat het fietsen zonder achterlicht slechts van bepekt belang was bij het ontstaan van de aanrijding.

Botsing fietser en dronken scooterrijder zonder helm, Rechtbank Amsterdam 2 juli 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:4516

Geen billijkheidscorrectie vanwege het niet dragen van een helm

Als er sprake is van ernstig letsel bij een van de betrokkenen van een ongeval kan er aanleiding zijn om een billijkheidscorrectie toe te passen. Dit betekent dat we de schade anders verdelen over de betrokken partijen, omdat dit eerlijker is. Bijvoorbeeld in het geval een van de partijen ernstig gewond raakt en de ander niet of nauwelijks letsel oploopt. In dit geval is de ernst van het letsel van de scooterrijder geen reden om de verdeling van de schade aan te passen, omdat het ernstige letsel het gevolg is van het niet dragen van een helm:

‘Hiervoor is redengevend dat, zoals uit het voorgaande ook volgt, juist dit letsel, het schedel-hersenletsel, de ernst en de gevolgen daarvan, (grotendeels) voorkomen hadden kunnen worden als [eiser] zich aan de op hem rustende verplichting had gehouden een helm te dragen.’

Gratis advies en rechtsbijstand bij letselschade

Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Amsterdam 2 juli 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:4516

    Heeft u recht op een letselschade vergoeding?

    Test het hier!

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    HIJINK Advocaten