Wie betaalt de schade als een ruiter van een paard valt door een hond? Twee paardrijders passeren tijdens een buitenrit een hondenlosloopgebied. Een loslopende hond zonder direct toezicht loopt blaffend op de paardrijders af. De hond luistert niet en blijft rond de paarden lopen en blaffen. De paardrijders proberen hun paarden rustig te houden. Dit doen zij onder andere door de hond in het zicht van hun paard te houden. Uiteindelijk valt het slachtoffer door de blaffende hond van het paard. De rechter beoordeelt in deze recente uitspraak of de gevallen ruiter ook zelf schuldig is aan het ongeval.
Een ruiter valt van zijn paard door een blaffende hond. Voor het recht op een schadevergoeding stellen we twee vragen. De eerste vraag is of er een verplichting bestaat om de schade te betalen. De tweede vraag is of het slachtoffer ook zelf een deel van de schade moet betalen vanwege eigen schuld. In dit geval beoordeelt de rechter dus in hoeverre de ruiter die van zijn paard viel door een blaffende hond zelf schuld heeft.
Neem contact op voor gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Wanneer betaalt een gevallen paardrijder een deel van de eigen schade
De eigenaar van de hond erkent de aansprakelijkheid, maar wil maar 50% van de schade betalen. De overige schade zou het gevolg zijn van eigen schuld van de paardrijder. De rechtbank Midden Nederland beoordeelt of er sprake is van eigen schuld bij de ruiter die van zijn paard is gevallen:
‘Het gaat om de vraag of er behalve gedragingen of gebeurtenissen die voor risico van [verweerder sub 1] komen, ook gedragingen of gebeurtenissen aan de kant van [verzoekster] zijn die een rol hebben gespeeld bij het ongeval, in haar risicosfeer liggen, en zo aan de schade hebben kunnen bijdragen en daardoor aan haar kunnen worden toegerekend.’
Eigen schuld vanwege paardrijden langs losloopgebied
De rechter oordeelt dat de berijder van het paard op twee manieren bijdroeg aan het ontstaan van de schade. Paarden zijn schrikdieren. De berijder van een paard neemt daarom een risico en betaalt daarom meestal in ieder geval een deel van de eigen schade. Ook het rijden langs een hondenlosloopgebied levert eigen schuld op. Paarden kunnen schrikken van loslopende honden. Langs een losloopgebied rijden brengt dan ook een zeker risico mee:
‘Als eerste gaat het dan om het feit dat [verzoekster] paard reed. De kans dat een paard waardoor dan ook schrikt, onverwachte bewegingen maakt of onverwacht gedrag vertoont, zoals hier is gebeurd, is eigen aan het berijden van een paard met een eigen, onberekenbare energie. Dit ligt in de risicosfeer van de ruiter. Een tweede omstandigheid die kan worden toegerekend aan [verzoekster] is dat zij te paard in/langs een hondenlosloopgebied reed. De kans bestaat dat een paard schrikt van of (anders) reageert op loslopende honden dan de ruiter zou verwachten, ook als een paard, zoals [naam 1] , gewend is aan honden (Ierse jachtpaarden jagen met honden). Andere omstandigheden zijn er niet.‘
Risico sfeer hondenbezitter
De hond werd uitgelaten door een kennis. De man was slecht ter been en de hond luisterde niet naar hem. Deze omstandigheden komen geheel voor rekening van de eigenaar van de hond. Het voortdurende blaffen van de hond naar de paarden, is volgens de rechter de voornaamste oorzaak van de valpartij. De ruiters kan niet worden verweten dat zij anders hadden moeten handelen. Alleen het paardrijden in de buurt van een losloopgebied kan de ruiters worden aangerekend. De rechter oordeelt daarom dat de eigenaar van de hond 80% van de schade veroorzaakte:
‘De rechtbank koppelt aan de omstandigheden die in de risicosfeer van [verweerder sub 1] liggen en aan de schade hebben bijgedragen een percentage van 80 en vindt dat het feit dat [verzoekster] een paard bereed, in een hondenlosloopgebied, slechts voor 20% aan de schade heeft bijgedragen.’
Billijkheidscorrectie
De causale verdeling is 80/20. De volgende vraag is of er reden is om een billijkheidscorrectie toe te passen. Dit betekent dat we beoordelen of de causale verdeling eerlijk is. In dit geval loopt het slachtoffer zwaar letsel op. De aansprakelijke partij is bovendien verzekerd en betaalt de schade dus niet uit eigen zak. De rechter stelt de verdeling van de schade daarom bij naar 90/10. Het slachtoffer krijgt daarom een vergoeding voor 90% van de geleden letselschade:
‘ Wel zijn de aard en de ernst van het letsel, een gebroken ruggenwervel en de invaliderende en voortdurende beperkingen van de zware hersenschudding, samen met het feit dat [verweerder sub 1] voor aansprakelijkheid verzekerd is, voor de rechtbank aanleiding om tot een andere verdeling te komen, namelijk 90/10.’
Specifieke omstandigheden val van paard door blaffende hond
Paarden zijn schrikdieren. Paardrijden betekent daarom altijd dat er een risico wordt genomen. Je neemt immers willens en wetens plaats op een dier dat onverwacht kan reageren. In dit geval speelt een belangrijk rol dat de hond de paarden gedurende lange tijd blijft volgen. De loslopende hond luistert niet en blijft blaffen naar de paarden. Dat er sprake is van langdurig blaffen en volgen van de paarden speelt een grote rol bij de schadeverdeling. In andere gevallen waarin een paard schrikt van een hond blijft waarschijnlijk een groter deel van de schade voor rekening van de ruiter.
Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Midden-Nederland 14 mei 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2201