Val tijdens hondentrainingscursus

Een bedrijf verzorgt hondentrainingscursussen in een hal. De hal is voorzien van een waterdichte betonnen vloer. Als een man zijn hond door een tunnel wil sturen, stapt de man naar achteren en glijdt hij uit. De man breekt bij de val zijn boven arm op drie plaatsen en er is sprake van gedeeltelijke verbrijzeling. Reden van het uitglijden blijkt een natte plek die is achtergebleven na het opruimen van een plas.

De rechter wijst de schadeclaim uiteindelijk toe. De organisator van de hondencursus is aansprakelijk voor het uitglijden van de deelnemer op de natte vloer.

Is een gladde plek op de vloer in dit geval onrechtmatig?

Uit een toedrachtsonderzoek blijkt dat het slachtoffer viel door een gladde vloer. Voor het vallen had op die plek een hond geplast. Deze plas was opgeruimd met een dweil. De rechter beoordeelt aan de hand van de kelderluik-criteria of er sprake is van gevaarzetting en daarom van onrechtmatig handelen. De rechter oordeelt dat nattigheid op een waterdichte betonnen vloer gevaarlijk is. Bij het uitglijden bestaat bovendien een kans op (ernstig) letsel. De kans op uitglijden neemt bovendien toe omdat deelnemers aan de cursus voornamelijk op hun hond letten.

Val tijdens hondentrainingscursus, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 september 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:5740, uitglijden tijdens puppytraining, letselschade hondencursus

Niet gewaarschuwd voor gladheid

De organisator van de cursus had bovendien eenvoudige maatregelen kunnen nemen zoals waarschuwen voor gladheid of het plaatsen van een bordje. Bij de dweil was een bordje geplaatst waarop stond ‘goed dweilen’. Hierbij had ook de instructie kunnen worden gegeven om de vloer droog te maken. De rechter concludeert daarom dat er sprake is van gevaarzetting. De organisator is daarom aansprakelijk voor de letselschade van de deelnemer:

´Concluderend oordeelt het hof dat sprake is geweest van onrechtmatig handelen door De Bréborgh door geen rekening te houden met de mogelijkheid dat na het opdweilen van een plas of poep er een natte plek achterblijft op de waterdichte betonnen vloer waarover een deelnemer kan uitglijden. Van belang hier is vooral dat bij een hondentrainingscursus de deelnemers voornamelijk letten op hun hond en niet per se hun aandacht richten op de vloer. De Bréborgh had ten minste kunnen zorgdragen voor een eenvoudige instructie aan de deelnemers dat na het opdweilen van een plas of poep, de vloer ook droog gemaakt moet worden. Dat de vloer voldeed aan de NEN-norm pleit De Bréborgh niet vrij: zoals de onderzoeker van DEKRA constateerde is een risicofactor op uitglijden ook gelegen in het waarnemingsvermogen, dus de mate van (on)oplettendheid, van degene die op de vloer loopt.`

Eigen schuld bij uitglijden over hondenplas

De aansprakelijkheid is vastgesteld. Vervolgens kijkt de rechter of ook het slachtoffer een deel van de schade zelf veroorzaakte. Het bewijs hiervoor moet de aansprakelijke partij leveren. De organisator voert aan dat het slachtpoffer beter had moeten opletten. De rechter overwoog echter al eerder dat een hondenbezitter tijdens de cursus voornamelijk met zijn hond bezig zal zijn en daarom minder zal opletten. Er is daarom geen sprake van eigen schuld omdat het slachtoffer onvoldoende voorzichtig was:

‘De feiten en omstandigheden die aan eigen schuld ten grondslag worden gelegd dienen aangevoerd en onderbouwd te worden door degene die zich op eigen schuld beroept (hier: De Bréborgh c.s.). De Bréborgh c.s. voeren enkel aan dat [appellant] rekening kon en moest houden met struikelgevaar en uitwerpselen en dat hij onvoldoende opmerkzaam is geweest. Dit laatste aspect heeft het hof al meegewogen bij de vraag of De Bréborgh onrechtmatig heeft gehandeld. Wat De Bréborgh c.s. verder hebben aangevoerd kan in ieder geval niet de conclusie dragen dat sprake is van eigen schuld aan de zijde van [appellant] .’

Exoneratiebeding: deelnemen hondencursus voor eigen risico

Het bedrijf doet een beroep op de algemene voorwaarden. Daarin staat dat deelname voor eigen risico is:

‘Deelneming aan de cursus is geheel voor eigen risico. Schade aan derden veroorzaakt door uw huisdier in de trainingshal of daarbuiten zijn geheel voor de eigenaar (uw WA-verzekering). Er kan bij ons geen schadevergoeding geëist worden.’

Is een beroep op een exoneratiebeding in dit geval mogelijk?

In dit geval beoordeelt de rechter niet of de voorwaarden van toepassing zijn. Een getekend exemplaar van de voorwaarden ontbreekt en de afspraken zijn telefonisch gemaakt. De voorwaarden zijn daarom waarschijnlijk niet van toepassing. De rechter laat dit echter in het midden omdat de uitsluiting van de aansprakelijkheid onredelijk bezwarend is ten opzichte van een consument. Een beroep op het exoneratiebeding is daarom niet mogelijk.

Gevaarzetting tegenover risicoaansprakelijkheid van de hondenbezitter

De organisator van de hondentrainingscursussen vindt dat slachtoffer niet de organisator maar de eigenaar van de plassende hond aansprakelijk moet stellen. De rechter gaat hier niet in mee. De organisator is zelfstandig aansprakelijk vanwege gevaarzetting:

‘Het betoog van De Bréborgh c.s. in het verweerschrift deelgeschil dat [appellant] de eigenaar van de plassende hond had moeten aanspreken voor zijn schade, in plaats van De Bréborgh, gaat niet op, daargelaten of deze gedraging van de hond valt onder de reikwijdte van artikel 6:179 BW. Los hiervan is De Breborgh (zelfstandig) op de voet van artikel 6:162 BW aansprakelijk voor de schade van [appellant] .’

Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade

Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 september 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:5740

    Heeft u recht op een letselschade vergoeding?

    Test het hier!

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    HIJINK Advocaten