Arrest Hoge Raad dodelijke mishandeling Mallorca

In juli 2021 overleed Carlo Heuvelman na een mishandeling op Mallorca. De daders van de mishandeling zijn in Nederland berecht en veroordeeld voor hun rol in de mishandeling.

De veroordeelden stelden cassatie in tegen het oordeel van het gerechtshof. Daarbij gaat het alleen om een aantal vraagstukken die samenhangen met de te betalen schadevergoeding. De Hoge Raad beoordeelt of er terecht is vastgesteld dat er sprake is van groepsaansprakelijkheid, of de nabestaanden aanspraak kunnen maken op smartengeld voor het leed van Carlo Heuvelman en of de vordering voor overlijdensschade correct is beoordeeld.

Kan er sprake zijn van groepsaansprakelijkheid als de dader niet fysiek aanwezig is?

Een van de vragen die de Hoge Raad beantwoordt, is of er terecht is vastgesteld dat er sprake is van groepsaansprakelijkheid bij de daders:

‘Artikel 6:166 lid 1 BW bepaalt dat, als één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn als deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend.’

De aansprakelijke daders waren die avond betrokken bij meerdere vechtpartijen. Of en in hoeverre de verschillende personen in de groep de mogelijkheid hadden om zich aan deze mishandeling te onttrekken en of zij de mishandeling hebben gezien doet daarbij niet ter zake. De mate van betrokkenheid van de verschillende groepsleden bij de mishandeling is daarom niet of slechts beperkt van belang. Er is sprake van groepsaansprakelijkheid en de leden van de groep zijn daarom hoofdelijk aansprakelijk voor de veroorzaakte schade:

‘Voor zover het cassatiemiddel ervan uitgaat dat voor groepsaansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:166 lid 1 BW is vereist dat de verdachte de gelegenheid had maar niet heeft benut, de andere leden te ‘weerhouden’ van hun bijdrage aan het geweld, berust het op een onjuiste rechtsopvatting. In het verlengde daarvan leidt ook het standpunt van de verdachte dat hij het geweld dat tegen [slachtoffer 1] is uitgeoefend niet heeft waargenomen, niet tot een ander oordeel.’

Arrest Hoge Raad mishandeling Mallorca, Hoge Raad 8 juli 2025, ECLI:NL:HR:2025:1055

Smartengeld voor slachtoffer buiten bewust zijn

Het slachtoffer raakt bij de vechtpartij buiten bewustzijn en overlijdt enkele dagen later. De vraag is daarom of het overleden slachtoffer zelf recht heeft op smartengeld en of dit recht bij het overlijden is overgegaan op de nabestaanden. In dit geval is het slachtoffer zich niet bewust geweest van zijn eigen situatie. Daarom heeft Carlo Heuvelman geen eigen recht op smartengeld:

‘In de kern komt het wettelijk stelsel erop neer dat het aan een slachtoffer toegebrachte leed dat niet kenbaar door hem persoonlijk kon worden ervaren, zich niet leent voor een – ook niet door het slachtoffer persoonlijk te ervaren – compensatie in de vorm van toekenning van een geldbedrag.’

*De nabestaanden hebben overigens wel een zelfstandig recht op vergoeding van affectieschade en de materiële schade die het gevolg is van de mishandeling.

Gederfd levensonderhoud voor vriendin van slachtoffer mishandeling

Het derde onderwerp van het arrest betreft de vordering voor gederfd levensonderhoud van de vriendin van het overleden slachtoffer. De vordering is door de strafrechter beoordeelt. De aansprakelijke veroorzakers vinden dat zij onvoldoende mogelijkheden hebben gehad om zich tegen deze vordering te verweren. De Hoge Raad stelt inderdaad vast dat het oordeel van het Hof onvoldoende gemotiveerd is. In het vonnis van het gerechtshof ontbreekt een duidelijke motivering waaruit blijkt dat partijen de mogelijkheden hebben gehad om hun standpunten over deze vordering uit een te zetten en toe te lichten. De Hoge Raad geeft dus geen inhoudelijk oordeel over de vergoeding van overlijdensschade:

‘Zijn oordeel ‘dat de verdediging enkele kanttekeningen en bedenkingen heeft opgeworpen’ maar dat dit ‘op zichzelf genomen niet maakt dat daarom de vordering te ingewikkeld is’ en dat een ander oordeel ‘het te makkelijk zou maken om op niet-ontvankelijkheid aan te sturen’, volstaat daartoe niet.‘

Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade

Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Hoge Raad 8 juli 2025, ECLI:NL:HR:2025:1055

    Heeft u recht op een letselschade vergoeding?

    Test het hier!

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    HIJINK Advocaten