Groninger HIV-zaak moet over. De Hoge Raad oordeelt dat de Groninger hiv-zaak opnieuw moet worden behandeld omdat nog onvoldoende is uitgesloten dat ieder slachtoffer zijn hiv-besmetting ook via onbeschermde seks had kunnen oplopen.
Groninger HIV-zaak
De verdachten organiseerden in 2005 en 2006 in Groningen en in Scharmer seksfeestjes voor homoseksuele mannen. Deelnemers werden uitgenodigd via internet en homo-ontmoetingsplaatsen. Op de feestjes hadden aanwezige mannen beschermde of onbeschermde seks met elkaar. De beide verdachten Peter M. en Hans J. waren drager van het aids veroorzakende hiv-virus en waren hiervan op de hoogte. Verdachte Peter M. opperde het plan andere mannen bewust met hiv te besmetten met het doel binnen deze besmette groep met mannen onbekommerde seks te kunnen hebben. Dit plan hebben de verdachten uitgevoerd; vanaf augustus 2005 zijn vier mannen tegen hun wil en zonder dit te weten geïnjecteerd met het hiv-geïnfecteerde bloed van verdachte Hans J. Alle vier zijn zij in de betreffende periode daadwerkelijk met hiv geïnfecteerd geraakt.
Groningen procedure bij rechtbank, hof en Hoge Raad
De rechtbank Groningen veroordeelt op 12 november 2008 de verdachten Peter M. en Hans J. tot respectievelijk negen jaar en vijf jaar gevangenisstraf voor onder meer poging tot zware mishandeling met voorbedachte rade (LJN BG4169 en LJN BG4170).
Het hof Leeuwarden sprak op 22 januari 2010 straffen uit van respectievelijk twaalf jaar (Peter M), negen jaar (Hans J.) gevangenisstraf voor onder meer zware mishandeling met voorbedachte rade (LJN BL0299 en LJN BL0315).
Volgens het hof is het niet bij een poging tot zware mishandeling gebleven, maar is bewezen dat de verdachten door het injecteren met besmet bloed de hiv-besmetting van de slachtoffers daadwerkelijk hebben veroorzaakt. Er is dus daadwerkelijk causaal verband tussen het injecteren en de hiv-besmetting. Volgens het hof kan voldoende worden uitgesloten dat de vier slachtoffers besmet zijn geraakt door de onbeschermde seksuele contacten die zij met de verdachten en/of anderen op de seksfeesten hadden. Het hof heeft daarbij overwogen dat in het algemeen de kans op besmetting door injectie veel groter is dan door onbeschermde seks.
Causaal verband tussen geïnfecteerd bloed en HIV besmetting
De verdachten hebben beroep in cassatie aangetekend en worden vertegenwoordigd door hun advocaten uit Leeuwarden en Amsterdam.
Zij maken bezwaar tegen het door het hof vastgestelde causale verband tussen de injecties met geïnfecteerd bloed en de hiv-besmetting van de slachtoffers.
Advocaat-generaal Silvis heeft op 27 september 2011 de Hoge Raad geadviseerd deze klacht ongegrond te verklaren.
Het gaat hier om een uitzonderlijk geval waarin onzeker is of het gedrag van de verdachten (het injecteren met besmet bloed) de hiv-besmetting van de slachtoffers heeft veroorzaakt of dat die besmetting het gevolg is van onbeschermde seks met anderen. Het hof heeft vastgesteld dat in algemene zin de kans op besmetting met hiv door injecties met geïnfecteerd bloed veel groter is dan de kans dat dit via onbeschermde seks gebeurt. Dat levert wel het vermoeden op dat de verdachten de besmetting hebben veroorzaakt. Maar het hof heeft niet vastgesteld dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de hiv-besmetting van ieder van de slachtoffers het gevolg is van onbeschermde seks met een besmet persoon. Dat de kans op hiv-besmetting door seks met derden veel kleiner is dan de kans op besmetting door het injecteren door de verdachten, betekent nog niet dat het hoogst onwaarschijnlijk is.dat de besmetting het gevolg is van onbeschermde seks. Het hof heeft dus nog onvoldoende uitgesloten dat ieder slachtoffer zijn hiv-besmetting ook via onbeschermde seks had kunnen oplopen. Dat moet alsnog worden onderzocht. Daarom wordt de uitspraak van het hof Leeuwarden vernietigd.
De Hoge Raad merkt nog op dat onzekerheid over het noodzakelijke causale verband tussen de gedraging van een verdachte en het voltooide delict meestal geen probleem zal zijn om een poging tot dat delict aan te nemen.
De beide zaken moeten opnieuw, ditmaal door het hof Arnhem, worden behandeld.