Aanrijding afslaande auto en motorscooter

Aanrijding afslaande auto en motorscooter: Een afslaande automobilist rijdt een motorscooter aan. De bestuurder van de motorscooter rijdt veel te hard, draagt geen helm, heeft geen rijbewijs en rijdt ten onrechte op het fietspad. De afslaande automobilist had voorrang moeten verlenen. De rechter beoordeelt hoe de schade over de betrokkenen wordt verdeeld.

De verzekeraar van de auto vraagt de rechter om de mate van aansprakelijkheid vast te stellen op 60 a 75 %. De verzekeraar erkent dat haar verzekerde aansprakelijk is voor een deel van de letselschade, maar vindt ook dat de bestuurder van de motorscooter zelf een grote bijdrage had aan het ontstaan van de aanrijding en de schade. De rechtbank Oost-Brabant beoordeelt in deze recente uitspraak hoe de schade verdeeld wordt over de bij de aanrijding betrokken partijen.

Aansprakelijkheid aanrijding afslaande auto en motorscooter

De automobilist is door de strafrechter veroordeeld voor het veroorzaken van het ongeval. Daarbij is een relatief lage straf opgelegd. De civiele rechter concludeert dat op grond van het vonnis van de strafrechter vast staat dat de autobestuurder een verkeersfout maakte. De bestuurder is daarom aansprakelijk voor (een deel van) de schade. De verzekeraar van de automobilist vraagt de eigen schuld vast te stellen op 60 a 75 %. Dit standpunt houdt ook een erkenning van de aansprakelijkheid in. De rechter stelt daarom vast dat de verzekeraar aansprakelijk is:

‘Het staat vast dat de bestuurder van de door Allianz verzekerde auto geen voorrang heeft verleend aan [gedaagde]. De autobestuurder is in verband hiermee onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld door de kantonrechter. Dat, zoals Allianz stelt, aan de bestuurder een veel mildere straf is opgelegd dan gebruikelijk volgens de destijds geldende richtlijnen bij een ongeval met zwaar lichamelijk letsel, neemt niet weg dat met het onherroepelijk geworden vonnis wel vaststaat dat door de bestuurder een verkeersfout is gemaakt. Daarvan moet in deze civiele procedure ook worden uitgegaan.’

Aanrijding afslaande auto en motorscooter, Rechtbank Oost-Brabant 17 januari 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:129

Eigen schuld bestuurder motorscooter

De bestuurder van de auto verleende geen voorrang. Daartegenover staan de verkeersfouten van de bestuurder van de motorscooter. De rechter beschrijft de verschillende verkeersfouten om vast te stellen in hoeverre er sprake is van eigen schuld. De schade die door eigen schuld ontstaat, blijft voor rekening van het slachtoffer.

Motorscooter rijdt op het fietspad

Uit een technisch onderzoek blijkt dat het voertuig een motorscooter is. Een motorscooter hoort op de rijbaan te rijden en niet op het fietspad:

‘Vaststaat dat [gedaagde] reed op een voertuig dat was voorzien van een motor met een cilinderinhoud van 120 cc, een motorscooter, waarmee hij niet op het fietspad mocht rijden. [gedaagde] had op de rijbaan moeten rijden.’

Te hoge snelheid motorscooter

De bestuurder van de motorscooter reed bovendien veel te hard. Uit verschillende getuigenverklaringen en de afstand die de opzittende van de motorscooter nog aflegden na de aanrijding stelt de rechter vast dat de motorscooter ruimschoots harder reed dan de toegestane 30 km/u:

‘Vaststaat dat [gedaagde] met een ruimschoots hogere snelheid reed dan de ter plaatse toegestane maximumsnelheid van 30 kilometer per uur.’

Geen rijbewijs, geen helm

Met hoge snelheid over het fietspad rijden zonder helm en rijbewijs is volgens de rechter een belangrijk oorzaak van de aanrijding en het ernstige letsel dat de bestuurder van de motorscooter opliep:

‘De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor besproken aan [gedaagde] toe te rekenen risicovolle omstandigheden – het met te hoge snelheid rijden, over het fietspad in plaats van over de rijbaan, zonder rijbewijs en zonder een helm te dragen – er in belangrijke mate aan hebben bijgedragen dat het ongeval is gebeurd en dat [gedaagde] daarbij zulk ernstig letsel heeft opgelopen.’

Geen voorrang verlenen en hoge snelheid

De hoge snelheid waarmee de motorscooter over het fietspad reed is ook een reden om aan te nemen dat de automobilist een minder groot aandeel had in het ontstaan van de aanrijding. Het anticiperen op veel te hard rijdende weggebruikers is bijzonder lastig. Alhoewel we rekening moeten houden met verkeersfouten van anderen, geldt dit niet voor weggebruikers die met 60 a 70 km/u over het fietspad rijden op een motorscooter:

‘Bij deelname aan het verkeer moet je er weliswaar rekening mee houden dat andere deelnemers zich mogelijk niet helemaal aan de regels houden, maar met een zo forse snelheidsovertreding door een motorscooter op het fietspad hoefde de bestuurder van de auto in redelijkheid geen rekening te houden.’

Geen kenteken en geen werkende claxon

Bij het beoordelen van de aansprakelijkheid zijn alleen verkeersfouten die invloed hebben op het ongeval of het letsel van belang. Zonder helm vallen betekent vaak dat er meer letsel ontstaat. Te hard rijden betekent dat de reactietijd korter is en de impact van een aanrijding groter. Rijden zonder rijbewijs betekent dat de bestuurder niet over de vaardigheden en kennis beschikt die nodig zijn om veilig te rijden. Deze verkeersfouten zijn daarom van belang voor het vaststellen van de aansprakelijkheid en de mate van eigen schuld. De rechter laat het rijden zonder kentekenplaat en de niet werkende claxon buiten beschouwing. Deze fouten droegen niet bij aan het ongeval of de schade en zijn daarom niet van belang:

‘Vaststaat ook dat een kenteken voor de motorscooter ontbrak, en dat de motorscooter in onvoldoende staat van onderhoud verkeerde (de hoorn deed het niet), zoals Allianz aanvoert. Dat deze omstandigheden hebben bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval of de schade, is echter niet gesteld of gebleken. Deze omstandigheden kunnen hier dan ook buiten beschouwing blijven.’

Billijkheidscorrectie wegens ernstig letsel bestuurder motorscooter

De bestuurder van de motorscooter veroorzaakte het ongeval grotendeels zelf. Het letsel van de bestuurder is echter zo ernstig dat de rechter een billijkheidscorrectie toepast. De bestuurder loopt blijvend letsel op. Hij is rolstoel gebonden, kan slechts beperkt communiceren en is voor zijn verzorging afhankelijk van anderen. Daarnaast verbleef de man maanden lang in een ziekenhuis en een revalidatiecentrum. De rechter past daarom een billijkheidscorrectie van 10% toe. De aansprakelijke verzekeraar betaalt daarom niet 30 maar 40% van de schade van het slachtoffer:

‘Door [gedaagde] is geen uitdrukkelijk beroep gedaan op deze billijkheidscorrectie, maar de rechtbank ziet niettemin reden voor een dergelijke correctie in het voordeel van [gedaagde] . Die redenen zijn gelegen in de ernstige gevolgen die het ongeval voor [gedaagde] heeft gehad en ook in de toekomst zal hebben. [gedaagde] was pas 17 jaar oud toen het ongeluk in 2011 gebeurde, hij was tweedejaarsstudent aan het ROC (juridische opleiding), en heeft zulk ernstig letsel opgelopen bij het ongeval dat hij maandenlang opgenomen is geweest in het ziekenhuis en een revalidatiecentrum, en vervolgens thuis nog langdurig heeft moeten revalideren. Jarenlang heeft hij thuis in de woonkamer op bed gelegen, waar hij volledig is verzorgd door zijn ouders. Hij woont nog altijd bij zijn ouders, waar nu door de gemeente een unit in de tuin is geplaatst met een slaapkamer en badkamer voor [gedaagde] . Er is sprake van een medische eindsituatie waarin hij nog altijd veel lichamelijke en cognitieve beperkingen ondervindt die hem op alle gebieden ernstig beperken. Hij is rolstoelgebonden, kan zeer beperkt communiceren en voor zijn verzorging is en blijft hij volledig afhankelijk van anderen.
De rechtbank ziet op billijkheidsgronden reden voor een correctie die meebrengt dat [gedaagde] niet 70% maar 60% van zijn schade zelf zal moeten dragen.’

Hoge snelheid sluit voorrangsfout soms uit

Bij het verlenen van voorrang aan te hard rijdende weggebruikers speelt regelmatig de vraag of er sprake is van een voorrangsfout. Het anticiperen op iemand die veel te hard rijdt, is niet altijd mogelijk. De afslaande automobilist kon de motorscooter in dit geval zien voor het afslaan. Dit stelt de rechter vast aan de hand van een ongevallenanalyse. Daarom is er in dit geval wel sprake van een voorrangsfout. In andere gevallen kan een te hoge snelheid reden zijn om aan te nemen dat er geen voorrangsfout is gemaakt. In dit geval is de hoge snelheid slechts reden om aan te nemen dat het niet verlenen van voorrang slechts een kleine bijdrage leverde aan het ontstaan van de aanrijding.

Gratis rechtshulp bij letselschade

Laat uw schade kosteloos afhandelen door een deskundige. Neem contact op om uw mogelijkheden te bespreken. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in om gebeld te worden door een specialist.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Oost-Brabant 17 januari 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:129

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief