Oversteken voor stilstaande auto’s en terugkomen op toedracht ongeval: Verzekeraar Nationale Nederlanden mag van de rechter in een recente uitspraak niet terugkomen op een gezamenlijk geformuleerd en overeengekomen ongevalstoedracht.
Een cementwagen staat stil voor het stoplicht. Een fietser rijdt rechts langs de stilstaande vrachtwagen en wil dan voor de vrachtwagen langs oversteken. Als de fietser aan het oversteken is, springt het stoplicht op groen. De vrachtwagen rijdt weg en er ontstaat een aanrijding met de fietser. De overstekende fietser raakt hierbij ernstig gewond. De rechtbank Amsterdam beoordeelt of de overstekende fietser recht heeft op een letselschadevergoeding.
Dat de aanrijding plaatsvond zoals hierboven omschreven, is volgens Nationale Nederlanden onjuist. Maar de beschrijving van de aanrijding die ter beoordeling aan de verzekeraar is voorgelegd, is wel bindend. De verzekeraar had eerder moeten aangeven het niet eens te zijn met de omschrijving. Bovendien ziet de rechter onvoldoende redenen om te twijfelen aan de juistheid van de beschrijving van het verkeersongeval. De uitspraak geeft bovendien inzicht in een aantal lastige verkeerssituaties. De belangrijkste punten uit de uitspraak zijn:
- De verzekeraar mag als professionele partij niet terugkomen op de toedracht die partijen zijn overeengekomen voor het onderzoek van de deskundige;
- De inhoud van het rapport van de deskundige is niet bindend, omdat het beoordelen van voorrangsregels een juridische kwestie is. Dit valt buiten de expertise van een verkeersongevallenanalist;
- Wegrijden bij een stoplicht is geen bijzondere manoeuvre. De bestuurder moet wel voldoende voorzichtig zijn;
- Voor stilstaande voertuigen langsrijden is geen voorrangsfout. Voorrang verlenen betekent niet hinderen.
- De fietser wordt aangerekend dat hij zich in de dode hoek van de vrachtwagen begaf zonder voldoende op te letten;
- De dode hoek is een gevaar dat verbonden is aan de vrachtwagen. De verantwoordelijkheid voor het risico van een dode hoek ligt daarom bij de chauffeur;
- De rechter bepaalt dat de vrachtwagenchauffeur voor 80% verantwoordelijk is voor het ontstaan van de aanrijding. Omdat de fietser ernstig gewond raakt betaalt de aansprakelijke verzekeraar wel 100% van de letselschade.
Gezamenlijk geformuleerd en overeengekomen ongevalstoedracht
De partijen in deze procedure besluiten samen om een deskundige een oordeel te vragen over de aanrijding. De gemachtigde van de aangereden fietser beschrijft voor de deskundige hoe de aanrijding plaatsvond. Deze beschrijving van de toedracht, wordt aan Nationale Nederlanden voorgelegd. De rechtbank vindt daarom dat de ongevalstoedracht gezamenlijk is geformuleerd en overeengekomen. Nationale Nederlanden kan hier niet op terug komen. De verzekeraar had eerder haar bezwaren kenbaar moeten maken. Daarbij speelt ook mee dat Nationale Nederlanden veel ervaring heeft met schadeafhandeling:
‘Onder al deze omstandigheden kon NN na het rapport van MVOA niet alsnog de toedracht ter discussie stellen. Er was geen aanleiding of bekendheid met nieuwe feiten – zoals het voorbeeld dat op de zitting werd gegeven over het (later) bekend worden met een verhoogd alcoholpromillage bij één van de betrokkenen – om op dat moment die gezamenlijk geformuleerde toedracht weer in twijfel te trekken.’
De rechter beoordeelt overigens wel of er aanleiding is om aan te nemen dat de toedracht onjuist is vastgesteld. De conclusie is dat er onvoldoende reden is om te twijfelen aan de juistheid:
‘Het rapport van MVOA bevatte ook geen aanknopingspunten voor twijfel aan de toedracht.’
Rapport van verzekeraar geen reden om aan toedracht te twijfelen
De verzekeraar schakelt zelf een deskundige in om nogmaals een onderzoek uit te voeren. De rechtbank stelt vast dat uit dit rapport niet blijkt dat de gezamenlijk geformuleerde toedracht onjuist is:
‘Tot slot is in dit kader voor de rechtbank van belang dat uit het rapport van Bosscha ook niet onomstotelijk volgt dat de door partijen geformuleerde toedracht niet juist is.’
Niet gebonden aan oordeel ongevallenanalist over voorrangsregels
De toedracht omschrijving staat vast. De rechter vindt dat de conclusies van het rapport niet gevolgd hoeven te worden. De ingeschakelde ongevallenanalist is volgens de rechter geen juridisch expert. De uitleg van voorrangsregels is wel een juridische kwestie. Het rapport is daarom niet inzichtelijk en de conclusies van de ongevallenanalist hoeven niet gevolgd te worden:
‘In dit geval zijn de antwoorden van MVOA in haar rapport juridisch van aard, ook al komt dit eigenlijk ook al doordat de vraagstelling die is voorgelegd aan MVOA juridisch van aard was. Feit is echter dat dit buiten de expertise van de verkeersongevallenanalist gaat. Het beoordelen van de voorrangsregels en uitleg hiervan is juist een juridische kwestie die bij uitstek niet door MVOA maar door een rechter moet worden beoordeeld. Doordat MVOA toch deze vragen heeft beantwoord is het rapport van MVOA op dit punt niet inzichtelijk.‘
Fietser was al begonnen met oversteken toen stoplicht op groen sprong
In de beschrijving van de toedracht staat dat de fietser overstak toen het stoplicht voor de vrachtauto nog op rood stond. Dit betekent dat de rechter er vanuit gaat dat de fietser niet zomaar tussen het verkeer door de weg op is gefietst:
‘Het verkeerslicht is dus pas groen geworden toen [verzoeker] al bezig was met zijn oversteek. Er is dan ook geen sprake van ‘even tussendoor schieten’ van [verzoeker] tussen de stilstaande auto’s en vrachtwagen.’
Geen voorrang verlenen aan stilstaand verkeer is geen verkeersfout
Voorrang verlenen betekent dat andere bestuurders ongehinderd door kunnen rijden. Dat de bestuurder van de vrachtwagen voorrang had, betekent niet dat fietser een voorrangsfout, maakte, omdat de bestuurder van de vrachtauto stilstond:
‘Ten aanzien van de geldende voorrangsregels op de situatie ter plaatse geldt dat [verzoeker] in beginsel voorrang moest verlenen aan het verkeer dat reed op de [locatie 1] omdat hij haaientanden had. Voorrang verlenen is in artikel 1 RVV gedefinieerd als “het de betrokken bestuurders in staat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen”. [verzoeker] heeft deze voorrangsregel niet geschonden; hij heeft immers niet verhinderd dat het verkeer op de [locatie 1] zijn weg kon vervolgen, want dit verkeer stond al stil. [verzoeker] heeft ten aanzien van het verlenen van voorrang dus geen fout gemaakt, en hem kan op dit punt geen verwijt worden gemaakt.’
Wegrijden bij verkeerslicht is geen bijzondere manoeuvre
De vrachtwagen wacht voor het stoplicht. De fietser steekt over en vervolgens springt het stoplicht op groen. De fietser vindt dat de vrachtwagen hem voorrang moest verlenen. De bestuurder die wegrijdt bij een verkeerslicht zou volgens de fietser het andere verkeer voor moeten laten gaan. De rechter gaat hier niet in mee. Wegrijden bij een stoplicht is geen bijzondere manoeuvre. De bestuurder die wegrijdt bij het stoplicht hoeft de overstekende fietser daarom geen voorrang te verlenen:
‘Hoe dan ook is de rechtbank van oordeel dat het wegrijden na stilstand voor een verkeerslicht niet valt onder de opsomming in artikel 54 RVV. Het stoppen en weer wegrijden bij een verkeerslicht is immers zozeer onderdeel van het reguliere verkeer, dat van een ‘bijzondere manoeuvre’ niet kan worden gesproken.‘
Onvoldoende oplettend bij wegrijden bij verkeerslicht
De fietser en chauffeur maakten beiden geen voorrangsfout. Wat is dan wel de oorzaak van de aanrijding. De fietser hoefde de cementwagen geen voorrang te geven. Bij het wegrijden bij een stoplicht moet een bestuurder wel opletten. De rechter rekent de chauffeur van de vrachtwagen aan dat hij de fietser niet zag. De rechter maakt uit de beschikbare bewijsstukken op dat niet vaststaat dat de chauffeur de fietser niet heeft kunnen zien:
‘De conclusie is dan ook dat niet is gebleken dat [naam] [verzoeker] helemaal niet heeft kunnen zien, al had hij dat geprobeerd. Hierdoor is het niet (voldoende) kijken een fout van [naam] die heeft bijgedragen aan de aanrijding.’
Voorzichtigheid bij betreden dode hoek vrachtwagen
Ook de fietser was volgens de rechter onvoldoende voorzichtig bij het oversteken. De fietser had oogcontact moeten zoeken met de bestuurder van de vrachtwagen en er zeker van moeten zijn dat hij was gezien toen hij de dode hoek van de vrachtwagen in reed. De rechter benadrukt dat dat hierbij van belang is dat de fietser zelf de dode hoek van de vrachtwagen opzocht:
‘[verzoeker] kan echter ook een verwijt worden gemaakt wegens onvoldoende oplettendheid bij het oversteken. Het is namelijk niet betwist dat [verzoeker] zich op enig moment in de dode hoek van de vrachtwagen heeft begeven. Daarbij heeft [verzoeker] onvoldoende gecheckt of hij werd gezien door [naam]. (….)
Met name omdat de vrachtwagen stil stond en [verzoeker] zich dus zelf, door een eigen beweging, in de dode hoek van de vrachtwagen heeft begeven en er dus geen sprake was van de situatie dat [verzoeker] zonder eigen actie in de dode hoek van de vrachtwagen terecht was gekomen.’
Gevaarlijke dode hoek is een element van de vrachtwagen
De overstekende fietser en de optrekkende chauffeur maken beide een verkeersfout. De dode hoek is een onderdeel van de vrachtwagen. De verantwoordelijkheid voor de dode hoek ligt daarom volgens de rechter grotendeels bij de chauffeur. De rechter verdeelt de schade daarom 80/20. Omdat de fietser ernstig gewond raakt, past de rechter ook nog een billijkheidscorrectie toe. De fietser krijgt daarom 100% van zijn letselschade vergoed:
‘De fout van [naam] heeft voor een groter deel bijgedragen. Dit komt doordat de dode hoek een gevaarzettend element van zijn vrachtwagen is; [naam] moet zich daardoor meer bewust zijn van de risico’s en gevaren van deze dode hoek. Andere verkeersdeelnemers, zoals [verzoeker] , moeten ook oplettend zijn bij een dode hoek van een vrachtwagen, maar de verantwoordelijkheid en daardoor ook de bijdrage aan het ontstaan van het ongeval ligt meer aan de kant van [naam] .
De conclusie van de rechtbank is hierdoor dat de gedraging van [naam] voor 80% aan het ongeval heeft bijgedragen en de gedraging van [verzoeker] voor 20%.‘
Gratis hulp van een letselschade advocaat
Ons telefoonnummer is 0800 – 44 55 000. U kunt ook een e-mail sturen naar info@hijink.com. Als u wil dat wij contact met u opnemen, vul dan onderstaand contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Amsterdam 27 juli 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:5964