Aanrijding met object naast de weg zonder verkeersfunctie

Een automobilist rijdt tegen een steen aan die naast de inrit van een parkeerterrein is geplaatst. De rechter oordeelt dat de kei geen verkeersfunctie heeft. Daarom is er geen sprake van een gebrekkige weg. De beheerder van het parkeerterrein is wel aansprakelijk op grond van een onrechtmatige daad. De kans op een aanrijding met de slecht zichtbare steen was namelijk aanzienlijk.

Deze recente uitspraak van de rechtbank midden-Nederland geeft inzicht in de aanrijding met een voorwerp dat naast de weg is geplaatst. In dit geval gaat het om een aanrijding met een grote kei die naast een inrit ligt. Bij het uitrijden van de inrit, veroorzaakt de steen schade. De rechter oordeelt uiteindelijk dat de eigenaar van het parkeerterrein onrechtmatig handelde door de slecht zichtbare steen naast de inrit te leggen. De eigenaar van het parkeerterrein draagt daarom de schade van de aanrijding met de steen.

Geen onderdeel van weguitrusting en dus geen gebrekkige weg

Artikel 6:174 BW bepaalt dat de eigenaar van een gebrekkig opstal aansprakelijk is voor de schade die door het gebrek ontstaat. Ook een weg is een opstal. De aansprakelijkheid voor een wegbeheerder op grond van artikel 6:174 BW ziet echter alleen op gebreken die samenhangen met de wegfunctie. In dit geval is er een steen naast de weg geplaatst. Deze steen maakt geen deel uit van de weguitrusting. Van aansprakelijkheid wegens een gebrek aan de weg kan daarom geen sprake zijn:

‘De kantonrechter stelt daarom vast dat de kei geen onderdeel uitmaakt van de weguitrusting en er om die reden geen sprake kan zijn van aansprakelijkheid op grond van artikel 6:174 BW.’

Aanrijding met object naast de weg zonder verkeersfunctie, Rechtbank Midden-Nederland 5 juni 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:2957

Grote steen naast de weg is onrechtmatig

Na de beoordeling of er sprake is van een gebrek aan de weg, beoordeelt de rechter of het plaatsen van de kei naast de weg onrechtmatig is. Hierbij toetst de rechter aan de kelderluikcriteria. De rechter beoordeelt in dat geval hoe gevaarlijk de situatie is die de aansprakelijke partij veroorzaakte. Daarbij kijken we onder andere naar de zichtbaarheid van het gevaar, de oplettendheid en de ernst van de schade die kan ontstaan:

‘Aan het neerleggen van voorwerpen, zoals een kei, naast de weg gaat altijd een zeker gevaar uit dat daar ongevallen door zullen ontstaan. Voor de beoordeling van de (eventuele) aansprakelijkheid van [gedaagde] voor schade die ontstaat door verwezenlijking van het gevaar dat van de aanwezigheid van de kei uitging, is daarom van belang (de ‘kelderluikcriteria’):
i. in hoeverre het waarschijnlijk is dat gebruikers van de weg niet goed genoeg opletten;
ii. hoe groot de kans is dat daaruit ongevallen ontstaan;
iii. hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn;
iv. in hoeverre het nemen van maatregelen bezwaarlijk is.

Bij de beoordeling van die criteria is de herkomst, aard en functie van de kei van belang. Daarnaast spelen de ligging, fysieke toestand en het te verwachten gebruik van de weg een rol.’

Beoordeling onrechtmatigheid voorwerp naast de weg

Het plaatsen van een voorwerp naast de weg is onrechtmatig als de kans op schade groot is. in dit geval gaat het om een slecht zichtbare steen geplaatst naast een uitrit. De steen is niet verlicht of gemarkeerd. Bij het verlaten van een uitrit moeten bestuurders voorrang verlenen. Dit betekent ook dat weggebruikers bezig zijn met het overige verkeer. De kans op een aanrijding met de slecht zichtbare steen is daarom groot. Bovendien kan bij deze aanrijding aanzienlijke (blik) schade ontstaan. Het plaatsen van de steen naast de weg was daarom onrechtmatig en de eigenaar van het parkeerterrein is verplicht de ontstane schade te vergoeden:

‘In dit geval is duidelijk dat de kei geen functie vervulde (los van een esthetische functie) en de kei desondanks door [gedaagde] zeer dicht langs de weg is neergelegd. Op de foto’s die [eiseres] heeft overgelegd is te zien dat de kei rechts in de binnenbocht van de uitrit van het parkeerterrein ligt en deels op de weg, in die zin dat een deel daarvan over de weg uitsteekt. Uit de foto’s blijkt bovendien dat de kei vanaf die uitrit gezien deels achter begroeiing verdwijnt, dat er geen verlichting bij in de buurt staat en dat de kei niet is gemarkeerd. De uitrit van het parkeerterrein loopt iets schuin naar rechts en komt uit op een splitsing. Automobilisten moeten daar dus uitkijken voor aankomend verkeer van links en rechts. [eiseres] heeft verder onbetwist gesteld dat de kei bij het naderen van de splitsing volledig uit het zicht van een automobilist raakt omdat de kei dan achter het dashboard verdwijnt. Ondanks dat de maximumsnelheid op het terrein 15 km per uur is, is te verwachten dat automobilisten die vanuit de uitrit rechtsaf willen slaan, niet voldoende oplettend zullen zijn bij het nemen van de bocht en de kei over het hoofd zullen zien. Als dat gebeurt is het verder te verwachten dat daaruit blikschade ontstaat doordat de kei wordt geraakt, zoals bij [eiseres] ook is gebeurd. Het ligt in de lijn der verwachting dat er aanzienlijke schade aan een optrekkende auto zal ontstaan als die een kei van deze omvang raakt.’

Uw schade laten afhandelen

Bel naar 0800 – 44 55 00, stuur een e-mail naar info@hijink.com of gebruik het onderstaande contactformulier.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Midden-Nederland 5 juni 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:2957

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief