Ongeluk in skihal: SnowWorld is een skihal. In 2016 maakt een onervaren skiër gebruik van de skihal. Op enig moment besluit de onervaren skiër om over een skischans heen te gaan. De skiër valt en loopt een dwarslaesie op. De skiër stelt SnowWorld aansprakelijk voor zijn letselschade.
De rechter wijst de vordering uiteindelijk af. SnowWorld had voldoende waarschuwingen geplaatst. De skiër moest weten dat de skischans gevaarlijk was voor een onervaren skiër. De exploitant van de skihal mocht er vanuit gaan dat onervaren skiërs de schans niet zouden gebruiken. De schans valt niet onder het Warenbesluit Attractie- en Speeltoestellen, maar is daarmee volgens de rechter ook niet in strijd. Bovendien is een schans bedoeld voor ervaren skiërs. Dat een skischans gevaarlijk is voor onervaren skiërs betekent daarom niet dat de schans gebrekkig is.
Gevaarzetting in skihal
De skiër vindt dat de skihal een gevaarlijke situatie creëerde waardoor hij gewond raakte. Er zou daarom sprake zijn van gevaarzetting. Of er sprake is van gevaarzetting beoordelen we aan de hand van de kelderluikcriteria:
‘Bij de beantwoording van de vraag of SnowWorld meer of andere maatregelen ter voorkoming van gevaar dan het plaatsen van de borden had moeten nemen, moet worden vooropgesteld dat alleen in het licht van de omstandigheden van het gegeven geval kan worden beoordeeld of en in hoeverre bij het bestaan van een situatie die voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, de eis kan worden gesteld dat bepaalde veiligheidsmaatregelen worden genomen met het oog op de mogelijkheid dat die oplettendheid en voorzichtigheid niet zullen worden betracht, waarbij dient te worden gelet niet alleen op de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, maar ook op de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, op de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben, en op de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen (vgl. HR 5 november 1965, NJ 1966, 136, de Kelderluikcriteria).’
Voldoende duidelijk dat skischans ongeschikt/onveilig was voor onervaren skiër
De skischans maakt deel uit van een zogenaamd funpark. Bij het funpark staat duidelijk aangegeven dat dit gedeelte bedoelt is voor ervaren skiërs. Het gebruik van een helm en lichaamsbescherming wordt aangeraden. Vanuit de skilift is de schans zichtbaar. Bovendien was er in het funpark een mogelijkheid om langs de schans te skiën. Voor de skiër had daarom voldoende duidelijk moeten zijn dat de schans voor hem gevaarlijk was. SnowWorld hoefde daarom geen andere of aanvullende veiligheidsmaatregelen te nemen:
‘Naar het oordeel van het hof heeft SnowWorld met recht betoogd dat de omstandigheden in dit geval meebrengen dat van haar geen andere maatregelen gevergd konden worden dan de maatregelen die zij reeds had getroffen, dit in de vorm van de teksten op de borden. Voor een onervaren skiër als [appellant] had aanstonds duidelijk moeten zijn dat de schans voor hem ongeschikt/onveilig was om te nemen. Zijn gedrag valt buiten de in het algemeen te vergen voorzichtigheid van een skiër, zodat SnowWorld daarmee geen rekening behoefde te houden en daarom geen extra maatregelen had behoren te treffen (vgl. HR 26 juni 2003, ECLI:NL:HR:2003:AI0830, Waterschap Zeeuwse eilanden/Royal Nederland Verzekeringen).’
Warenbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) niet van toepassing
Het slachtoffer doet een beroep op het Warenbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). De rechter stelt echter vast dat dit besluit niet van toepassing is op SnowWorld:
‘De schans is onderdeel van een skihal waarin skiërs naast een viertal daarvoor aangelegde pistes ook in het Funpark kunnen afdalen. De schans is, zoals ook de vier pistes, in de skihal geconstrueerd met behulp van sneeuw en is een onderdeel van de skibaan. Er is geen sprake van een skibaan die wordt geëxploiteerd op een speel- of attractieterrein. Daarmede valt zij onder tabel 2 van de notitie en is zij geen speeltoestel in de zin van het WAS.’
Warenbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) niet geschonden
Het Warenbesluit Attractie- en Speeltoestellen is niet van toepassing. De rechter overweegt (ten overvloede) dat er ook geen sprake is van het overtreden van het WAS. In artikel 4 WAS staat dat een attractie- en speeltoestellen geen gevaar mogen opleveren bij het redelijkerwijs te verwachten gebruik. De skihal mocht verwachten dat alleen ervaren skiërs de schans zouden gebruiken. De rechter vindt daarom dat er geen reden is om aan te nemen dat de skischans niet voldoet aan de regels in het WAS:
‘Tot slot heeft [appellant] niet aangegeven welke norm uit het WAS is overtreden die strekt tot bescherming tegen de schade die [appellant] heeft opgelopen (zie artikel 6:163 BW). Artikel 4 van het WAS houdt in:
Attractie- en speeltoestellen zijn zodanig ontworpen en vervaardigd, hebben zodanige eigenschappen en zijn van zodanige opschriften voorzien, dat zij bij redelijkerwijs te verwachten gebruik geen gevaar opleveren voor de veiligheid of de gezondheid van de mens. Zij voldoen daartoe aan de in bijlage I genoemde voorschriften.
Nu naar het oordeel van het hof het “redelijkerwijs te verwachten gebruik” inhoudt dat een onervaren skiër zoals [appellant] geen gebruik zal maken van de schans, is onvoldoende onderbouwd dat SnowWorld jegens [appellant] enige regel uit het WAS heeft overtreden die strekt tot zijn bescherming.’
Gebrekkige schans
Het slachtoffer vindt ook dat de schans gebrekkig is. Dit betekent dat de schans niet voldoet aan de eisen die we daarin de gegeven omstandigheden aan mogen stellen. De rechter stelt vast dat de schansgeschikt is voor ervaren skiërs. Dat de schans gevaarlijk is voor onervaren skiërs maakt de schans niet gebrekkig:
‘Dat de schans gevaarlijk was om door [appellant] te worden gebruikt, staat vast. SnowWorld mocht er in de gegeven situatie echter van uitgaan dat [appellant] deze schans niet zou gebruiken.’
Gratis rechtsbijstand
Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 13 september 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3138