Een gevelreiniger klimt op een luifel (in dit geval een ijzeren overkapping voor de hoofdingang van een gebouw). De ijzeren roosters op de luifel blijken los te zitten. De gevelreiniger valt door de luifel en loopt letsel op. De rechtbank Den Haag beoordeelt of de eigenaar van het pand aansprakelijk is voor de letselschade van de gevallen gevelreiniger.
De rechter wijst de vordering uiteindelijk toe. De gevelreiniger mocht er gezien de constructie van de luifel vanuit gaan dat deze mandragend was. De bezitter van het pand is daarom aansprakelijk voor de schade van de val van hoogte van de gevelreiniger.
Beoordeling gebrekkig opstal
Bij de beoordeling van de aansprakelijkheid is van belang of er sprake is van een gebrekkig opstal. Dit betekent dat een gebouw niet voldoet aan de redelijke eisen die we daaraan in de gegeven omstandigheden mogen stellen:
‘Een opstal is gebrekkig in de zin van deze bepaling als die opstal, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, niet voldoet aan de eisen die men daaraan vanuit het oogpunt van veiligheid in de gegeven omstandigheden mag stellen.’

Luifel leek mandragend
De rechter oordeelt dat de constructie van de luifel dusdanig is dat deze de indruk wekt dat hierop kan worden gelopen. De oorzaak van de val lijkt te zijn dat de ijzeren roosters op de luifel niet goed vast zaten. Als de roosters wel goed vastzaten, was het ongeval niet gebeurd. Omdat de luifel mandragend leek, maar dat niet was is er sprake van een gebrekkig opstal. De eigenaar van het pand is daarom aansprakelijk voor de letselschade van het slachtoffer:
‘De luifel is niet bedoeld om over te lopen. De luifel is bedoeld als zonwering en heeft een esthetische functie. Dan is de vraag of niettemin verwacht kon worden dat je er veilig op kunt staan en lopen. Daarvoor is van belang dat de luifel bestaat uit roosters die op zich sterk genoeg zijn om over te lopen. Ook de constructie van de luifel, met stevige klemmen, een degelijk U-profiel, stalen roosters en bevestiging aan twee kanten aan de gevel, wekt de indruk dat daarop (incidenteel) kan worden gelopen. Concrete aanwijzingen dat de luifel niettemin niet mandragend was – doordat een of meer roosters niet goed vastzaten – waren er niet. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat verwacht kon worden dat veilig op de luifel kon worden gestaan en gelopen.’
Eigen schuld: beoordelen of luifel mandragend is
De aansprakelijke partij vindt dat een deel van de schade voor rekening van het slachtoffer moet blijven omdat deze zelf had moeten vaststellen dat op de luifel staan gevaarlijk was. De rechter verwijst naar haar eerdere overwegingen. De luifel wekte de indruk mandragend te zijn. het slachtoffer kan daarom niet verweten worden dat hij onvoldoende onderzocht heeft of de luifel voldoende veilig was:
‘Zoals hiervoor al is overwogen wekt de luifel de indruk mandragend te zijn, dus dat daarop veilig kon worden gestaan en gelopen.’
Eigen schuld: geen 2,5 meter geen valbeveiliging
Bij het werken boven een hoogte van 2,5 meter bestaat een verplichting om valbeveiliging te gebruiken. De aansprakelijke partij stelt dat het slachtoffer ten onrechte geen valbeveiliging gebruikte. Hoe hoog de luifel is, is echter onduidelijk. De aansprakelijke partij stelt in een brief dat de luifel 2,39 meter hoog is. De rechter wijst dit standpunt daarom af. De aansprakelijke partij bevestigt immers zelf dat de luifel lager was dan 2,5 meter:
‘[verweerder] betoogt verder nog dat [verzoeker] veiligheidsmaatregelen had moeten treffen omdat hij werkte boven een hoogte van 2,5 meter. Daaraan gaat de rechtbank voorbij omdat in geschil is dat de luifel meer dan 2,5 meter hoog was en [verweerder] dat niet nader heeft onderbouwd. [verweerder] lijkt er overigens zelf ook vanuit te gaan dat het rooster minder dan 2,5 meter hoog was, zo blijkt uit de brief van zijn advocaat van 6 december 2023 waarin staat dat de bovenzijde van het rooster zich 2,39 meter boven de grond bevond.’
Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www. rechtspraak.nl Rechtbank Den Haag 1 mei 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:7938