Wielrenner in groep valt door wegversmalling

Wielrenner in groep valt door wegversmalling: In een recent gepubliceerde uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant beoordeelt de rechter de aansprakelijkheid van de wegbeheerder voor de letselschade van een wielrenner die bij het fietsen in een groep valt door een wegversmalling.

8 wielrenners rijden in een groep in de gemeente Gilze-Rijen. De weg is ter plaatse over een afstand van ongeveer 40 meter ongeveer 40cm breder dan op andere plaatsen. Na 40 meter versmalt de weg weer. De wielrenner achter in de groep ziet de wegversmalling niet en rijdt de berm in. De wielrenner valt tegen de naast hem rijdende wielrenner waardoor zij samen ten val komen. Bij de val raakt de wielrenner zwaar gewond . Er is sprake van een volledige dwarslaesie. De gevallen wielrenner stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk.

De rechter wijst de vordering uiteindelijk af. Door het rijden in een groep zag de wielrenner achter in de groep de wegversmalling niet. De wegversmalling was volgens de rechter wel voldoende zichtbaar. De wielrenner was er zelf voor verantwoordelijk om te zorgen dat hij voldoende zicht had op de weg.

Letselschade door wegversmalling

De rechter beoordeelt in deze uitspraak of de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk is voor de letselschade van de fietser die viel door de wegversmalling. De beheerder van een weg is aansprakelijk als een weg niet voldoet aan de eisen die we daaraan mogen stellen:

‘Voor aansprakelijkheid op de voet van artikel 6:174 BW is in beginsel vereist dat de gelaedeerde stelt en, bij voldoende gemotiveerde tegenspraak, bewijst (i) dat de opstal niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen (gebrekkig is), (ii) dat zij daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, en (iii) dat dit gevaar zich heeft verwezenlijkt.’

Wielrenner in groep valt door wegversmalling,Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 juli 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:9019

Wegversmalling goed zichtbaar

De rechter begint met een beschrijving van de situatie ter plaatse. De rechter stelt vast dat goed zichtbaar is wanneer de weg verbreedt en versmalt:

‘Vast staat immers dat het in casu niet gaat om een (smal) fietspad, maar om een (brede) overzichtelijke landweg met een relatief lage verkeersintensiteit, waarop goed zichtbaar is wanneer de strook begint (wegverbreding) en ophoudt (wegversmalling) en de strook een beperkte breedte heeft.’

Fietsen in een groep ontneemt zicht

Het is volgens de rechter wel mogelijk dat de wegversmalling en verbreding niet wordt opgemerkt als het zicht van de fietser wordt belemmerd. Deze situatie doet zich volgens de rechter ook voor. De wielrenners ontnemen elkaar het zicht. De achterste fietsers zagen daardoor de wegversmalling niet. De rechter merkt hierbij op dat de voorste vijf fietsers in de groep de wegversmalling blijkbaar wel hebben gezien.

‘Dit is slechts anders, indien het zicht van de fietser wordt belemmerd, bijvoorbeeld – zoals in casu – doordat hij wordt omsloten door andere fietsers/wielrenners in een peloton. Met een dergelijke positie in een peloton wielrenners, ontbreekt het zicht op de weg dat de wielrenners vooraan in het peloton wel hebben (in casu zijn de voorste vijf wielrenners de plaats waar het ongeval zich heeft voorgedaan ook zonder incidenten gepasseerd).’

Voldoende zicht op de weg

De verantwoordelijkheid om goed zicht te houden op de weg ligt bij de weggebruiker. Door het fietsen in een groep hebben de achterste fietsers geen zicht op de weg. Daardoor was het niet mogelijk om oneffenheden, gaten in de weg en wegversmallingen op tijd te zien en hier op te reageren:

‘Het behoort echter tot de in het algemeen in acht te nemen voorzichtigheid van een weggebruiker (in casus fietser) om ervoor te zorgen dat hij voldoende zicht heeft op de weg om tijdig te kunnen anticiperen op onder meer eventuele ongelijkmatigheden in de weg (inclusief berm).’

Weginrichting niet gevaarlijk bij normale oplettendheid

De rechter concludeert dat de weginrichting ter plaatse niet gevaarlijk is als weggebruikers de normale oplettendheid in acht nemen. De gemeente hoefde daarom geen veiligheidsmaatregelen te nemen. De gemeente is daarom niet aansprakelijk voor de letselschade van het slachtoffer:

‘Gezien het vorenoverwogene luidt de conclusie dan ook, dat bij een normale oplettendheid van de weggebruiker de betreffende weg, met inbegrip van de berm, geen gevaar oplevert voor de weggebruiker. Om die reden was de gemeente ook niet gehouden tot het nemen van (bijzondere) onderhouds- en veiligheidsmaatregelen. De conclusie luidt dan ook, dat veronderstellenderwijs uitgaande van de door [verzoeker] gestelde toedracht, de gemeente niet op grond van artikel 6:174 BW aansprakelijk is voor de door [verzoeker] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van het ongeval.’

Fietsen in een peloton en aansprakelijkheid

Ook in deze uitspraak komt duidelijk naar voren dat fietsen in een peloton/groep meestal betekent dat er verkeersfouten worden begaan. In een andere recente uitspraak was volgens de rechter niet de noodstop voor een hond, maar het dicht achter elkaar rijden van twee wielrenners de oorzaak van een aanrijding. Ook de rijsnelheid speelt vaak een rol bij ongevallen van wielrenners. Bij een ongeval tijdens het rijden in een groep fietsers moeten slachtoffers er daarom rekening mee houden dat een deel van de schade voor eigen rekening is.

Schakel een gratis letselschade advocaat in

Juridische hulp bij letselschade is meestal helemaal gratis. Neem contact op om uw mogelijkheden te bespreken. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 juli 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:9019

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief