Aansprakelijkheid wegbeheerder bij fietsongeval met letselschade

Aansprakelijkheid wegbeheerder bij fietsongeval met letselschade. Of een wegbeheerder of spoorwegbeheerder aansprakelijk is voor letselschade is afhankelijk van de vraag of de weg of spoorwegovergang aan te duiden is als een gebrekkig opstal. De deugdelijkheid van een opstal is afhankelijk van het gevaar voor letsel bij personen en schade aan zaken. Van belang is daarnaast hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn.

Een fietser, tevens verzoeker in een deelgeschilprocedure is gevallen op een spoorwegovergang in ’s Hertogenbosch en loopt letselschade op. Het fietsongeluk  in Den Bosch gebeurde omdat zij met het wiel in de spoorrails terecht kwam. De fietser komt ten val en heeft zeer ernstige verwondingen opgelopen bestaande uit een schedelbasisfractuur en bloedingen in de hersenen. De fietser stelt de wegbeheerder aansprakelijk voor de door haar geleden letselschade.

Aansprakelijkheid wegbeheerder bij fietsongeval met letselschade

De rails op de spoorwegovergang hebben een afwijkende hoek ten opzichte van de weg. Normaal gesproken liggen de rail haaks op de weg. In de onderhavige situatie maakt de weg een flauwe bocht en kunnen fietsers makkelijk met het wiel in de rails komen. Volgens de verzoeker in de deelgeschilprocedure zijn er afgelopen jaar al meerdere mensen ten val gekomen. Ten bewijze waarvan ze verwijst naar verklaringen van omwonenden en de media regio ‘s-Hertogenbosch. Ook de gemeente ‘s-Hertogenbosch en ProRail waren geïnformeerd over de gevaarlijke situatie. Pas na het ongeluk van verzoeker die letselschade opliep, heeft de gemeente Den Bosch de overweg aangepast.

De gedupeerde met letselschade vraagt de rechter om de gemeente en ProRail hoofdelijk te veroordelen aansprakelijk te zijn voor de letselschade.

Deelgeschilprocedure rechtbank ‘s-Hertogenbosch

De grondslag van de vordering is dat de overweg niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Er is volgens het slachtoffer sprake van een gebrekkige opstal overeenkomstig artikel 6:174 BW. Ook voert het slachtoffer aan dat er sprake is van een onrechtmatige daad (6:162 BW).

Aansprakelijkheid letselschade door gebrekkige opstal 6:174 BW

Zowel de letselschade advocaat van de gemeente als ProRail wezen de aansprakelijkheid voor letselschade af met de argumenten dat de overweg niet gebrekkig is en er ook geen sprake is van een gevaarlijke situatie. Tussen de gemeente en ProRail bestaat bovendien discussie over de vraag wie verantwoordelijk is voor de situatie. De advocaat van ProRail voert aan dat ProRail alleen het beheer voert over de rails en de spoorweg overgang zelf. Zij is niet verantwoordelijk voor de weg naar de overgang toe. ProRail schuift deze taak richting gemeente.

De gemeente is van mening dat ProRail exclusief verantwoordelijk is voor de wijze waarop de spoorwegovergang is ingericht. De gemeente heeft geen zeggenschap over de manier waarop de weg de spoorwegovergang kruist. De aanvoerweg lag er al toen de spoorlijn daar later over is aangelegd.

De rechter wijst naar artikel 8:1661 lid 2 Burgerlijk Wetboek. In artikel 1161 lid 1 boek 8 bW is opgenomen dat de aansprakelijkheid voor de spoorweginfrastructuur op de beheerder rust. De spoorwegovergang behoort tot de spoorweginfrastructuur en de beheerder is ProRail. De gemeente is als wegbeheerder verantwoordelijk voor de aanvoerweg. Of partijen hebben voldaan aan hun taak als beheerder moet worden bekeken langs de maatstaven van artikel 6:174 BW. Pas als er sprake is van een gebrekkige opstal (de aanvoerweg of de spoorwegovergang). Datzelfde geldt als er sprake is van gevaarzetting op grond van onrechtmatige daad.

Het is aan de wegbeheerder om de weg zodanig in te richten en te onderhouden dat personen en zaken niet in gevaar worden gebracht. De aanvoerweg en de spoorweg overgang moeten voldoen aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld. Hierbij gaat het om:

de – naar objectieve maatstaven te beantwoorden – vraag of deze, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn (het arrest Wilnis, rov. 4.4.4)”

Deze maatstaven komen overeen met de Kelderluik-criteria” aldus de Hoge Raad in het arrest van 7 oktober 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2283).

In de Kelderluik-criteria wordt er van uit gegaan dat gevaarzettende situaties moeten worden voorkomen door het treffen van veiligheidsmaatregelen als dat redelijkerwijs verwacht kan worden. Hierin speelt de afweging tussen de ernst van de situatie, de mogelijke gevolgen en de mate van bezwaar om veiligheidsvoorzieningen te treffen. In de afweging moet er rekening mee worden gehouden dat gebruikers niet altijd de vereiste oplettendheid in acht nemen. Wel wordt er ook van uit gegaan dat men zelf ook oplettend en voorzichtig moet zijn.

Als een situatie zo gevaarlijk is dat maatregelen moeten worden genomen, maar dat niet gebeurde, kan dat in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid en onrechtmatig zijn. De beoordeling hangt sterk af van de concrete situatie.

Gebrek openbare weg

Volgens het slachtoffer met letselschade, verzoeker in de deelgeschilprocedure, zit het gebrek in de hoek van de aanvoerweg en de spoorwegovergang. Omdat de aanvoerweg in een kleine hoek de spoorrails nadert bestaat er een grote kans op vallen omdat een wiel van de fiets tussen de rails kan komen. De rechtbank bestempelt de spoorwegovergang en de rijrichting niet als gebrek. Het feit dat de fietser is gevallen omdat zij met het voorwiel in de rails kwam en letselschade opliep, maakt dit niet anders. Aldus de rechtbank is er niet gebleken en ook niet gesteld, dat er concrete veiligheidsnormen of voorschriften zijn geschonden. Ook blijkt het gebrek niet uit bijkomende omstandigheden. Krantenberichten waarbij wordt geschreven dat er meerdere fietsers zijn gevallen op de desbetreffende spoorwegovergang maken dit niet anders. Niet is overigens bekend of de fietsers ten val kwamen door een gebrek als bedoeld in artikel 6:174 BW.

Op de door het letselschadeslachtoffer ingebrachte kleurenfoto’s valt af te leiden dat de situatie overzichtelijk is. Voor een naderende fietser is duidelijk te zien hoe de spoorrails lopen ten opzichte van de aanvoerweg. Aldus de rechtbank vraagt het oversteken van een spoorwegovergang altijd oplettendheid. Van een fietser kan worden verwacht dat deze ziet dat de rails schuin lopen en er op let dat hij niet met het wiel in de spoorrail blijft steken. De situatie wordt nog benadrukt door witte belijning en er staat een waarschuwingsbord dat waarschuwt voor gladde rails.

Ook in de situatie dat fietsers niet de aangewezen rijrichting volgen, en dus niet de gevraagde zorgvuldigheid in acht nemen, vindt de rechtbank de spoorwegovergang niet gebrekkig als opstal.

Ook het feit dat er vaker valpartijen met fietsers waren én de spoorwegovergang is aangepast, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat de spoorwegovergang onveilig is in de zin van 6:174 BW.

Letselschade door onrechtmatige daad 6:162 BW

Ook houdt de advocaat van verzoeker met letselschade in het deelgeschil de wegbeheerder aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. De vraag die dan beantwoord moet worden is dan of de wegbeheerder of de beheerder van de spoorwegovergang zijn zorgplicht heeft geschonden en toerekenbaar zijn tekort geschoten. Om dit te beoordelen wordt getoetst aan de Kelderluik-criteria.

Ook hier acht de rechtbank de wegbeheerders niet aansprakelijk. De spoorwegovergang is niet zo gevaarlijk dat er meer veiligheidsmaatregelen vereist zijn dan als zijn getroffen. Er zijn door de wegbeheerder witte lijnen getrokken en een waarschuwingsbord geplaatst. De rechtbank is niet van mening dat de wegbeheerder onrechtmatig heeft gehandeld door een gevaarlijke situatie in stand te laten.

De rechtbank vindt de wegbeheer de gemeente en de beheerder van de spoorwegovergang Prorail niet aansprakelijk. Het verzoek om te verklaren voor recht in de deelgeschilprocedure wordt door de rechter afgewezen. Het slachtoffer kan geen letselschadevergoeding tegemoet zien.

Advies letselschade advocaat

Wilt u weten of u recht heeft op een letselschadevergoeding op welke letselschadebedrag u recht heeft of over een deelgeschilprocedure? Bel vrijblijvend met onze letselschade advocaat 0800 44 55 000. Wij werken landelijk en onze letselschadespecialisten zijn lid van het Register Letselschade en de Vereniging van Letselschade Advocaten LSA.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres
    Artikel: Aansprakelijkheid wegbeheerder bij fietsongeval met letselschade 6-3-2019

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief