Bindend deskundigenoordeel bij letselschade

Het deskundigenoordeel van een door de rechter benoemde deskundige is bindend bij letselschade. Het deskundigenbericht is een uitgangspunt voor de uitspraak. Dit is anders als het deskundigenoordeel vragen oproept. Het oordeel moet onpartijdig, consistent, inzichtelijk en logisch zijn en ook de werkwijze van de deskundige kan afbreuk doen aan de waarde van het rapport.

Bij een paardrij ongeluk in 2008 raakt een vrouw gewond. Zij loopt rugletsel op en lijdt hierdoor ondere andere inkomensschade. De vrouw is 28 jaar oud. Hierdoor loopt het gemiste inkomen en de arbeidsvermogensschade hoog op.

De manege en de aansprakelijkheidsverzekeraar van de manege erkennen de aansprakelijkheid gedeeltelijk. De aansprakelijke partijen betalen 75% van de schade. Het probleem is het berekenen van de schade. Partijen kunnen geen afspraken maken over het berekenen van de (aanzienlijke) inkomensschade. De rechter benoemt 2 deskundigen om de uitgangspunten voor de berekening vast te stellen.

Deskundigenoordeel berekening inkomensschade

De rechtbank benoemt een verzekeringsarts en vervolgens een arbeidsdeskundige om een deskundigenoordeel te geven. Het slachtoffer vraagt daarna eenzijdig aan het Nederlands Rekencentrum Letselschade (NRL) om haar inkomensschade te berekenen. Het NRL berekent twee scenario’s. Een scenario waarin de vrouw doorwerkt tot 70 jaar (€ 934.064,–) en een scenario waarin de vrouw met 50 jaar uitvalt (€ 1.161.511,–) . Het slachtoffer vraagt de rechter in deze procedure om vast te stellen dat de rapportages en berekening van het NRL (€ 1.161.511,–) als uitgangspunt moeten dienen bij de afhandeling.

Voorwaarden binding deskundigenoordeel

De berekening van het NRL is gebasseerd op het deskundigenbericht van de arbeidsdeskundige. Als dit rapport partijen bindt, dan klopt de schadeberekening. De aansprakelijke partijen vragen de rechter daarom het deskundigenbericht buiten beschouwing te laten. De rechter overweegt wanneer een deskundigenoordeel partijen bindt. Een rapport van een door de rechtbank benoemde deskundige bindt partijen tenzij:

‘Als een deskundigenrapport in opdracht van de rechtbank is opgesteld, zoals het rapport van Audenaerde, dan zijn partijen in beginsel aan de inhoud van dat rapport gebonden. Dit kan anders zijn als het rapport gelet op de inhoud daarvan of vanwege de manier waarop het tot stand is gekomen, niet voldoet aan de eisen die daaraan redelijkerwijs gesteld mogen worden. Zo mag van een rapport van een deskundige worden verwacht dat het onpartijdig, consistent, inzichtelijk en logisch is. Ook de manier waarop de deskundige zijn werk heeft verricht, kan afbreuk doen aan de waarde van zijn rapport. Het komt erop neer dat er zwaarwegende en steekhoudende bezwaren moeten zijn in te brengen tegen dat rapport, voordat de rechtbank kan beslissen dat het deskundigenbericht partijen niet bindt.’

De partij die zich er op beroept dat het deskundigenbericht niet bindt, moet bewijs leveren dat aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan:

‘Van de partij die kritiek heeft op het rapport en bepleit dat het niet gevolgd kan worden, mag daarom worden verlangd dat hij zijn stellingen deugdelijk onderbouwt.’

Het bewijs dat nodig is om een deskundigenbericht buiten beschouwing te laten, kan een deskundigenbericht zijn:

‘Bijvoorbeeld door een rapport van een andere deskundige in het geding te brengen waarin de conclusies van de eerste deskundige op overtuigende wijze worden tegengesproken.’

Bindend deskundigenoordeel bij letselschade

Beoordeling gebondenheid aan deskundigenoordeel

In dit geval is geen deskundigenoordeel nodig om aan te tonen dat het deskundigenbericht niet consistent en logisch is. De deskundigenberichten roepen volgens de rechter vragen op. De rechter geeft aan dat het vragen van een toelichting aan de bettreffende deskundige de aangewezen weg is om de uitgangspunt van de berekening van de inkomensschade alsnog vast te stellen.

Vaststellen hoogte voorschot

De aansprakelijke partij betaalde al € 163.950,– als voorschot op de schade. De rechter oordeelt dat voldoende vaststaat dat verzoekster een substantiële schade lijdt. Over de precieze omvang van de schade bestaat echter onduidelijkheid omdat de opgestelde deskundigenoordelen vragen oproepen. De rechter maakt daarom een ‘heel grove schatting’ van de inkomensschade om een voorschot vast te stellen. Hierbij kijkt de rechter naar:

  • Het inkomen dat de vrouw verdiende;
  • Het inkomen dat de vrouw in de toekomst mogelijk zou gaan verdienen;
  • Hoeveel (uren) en hoelang (pensioendatum) de vrouw zonder letsel mogelijk zou werken.

De rechter bepaalt dat de aansprakelijke partij nogmaals € 150.000,– betaalt als voorschot. De vordering van het slachtoffer was overigens een voorschot van € 900.000,– of althans minimaal €499.000,–.

Kritiek op concept deskundigenrapport

Opmerkelijk is dat de rechter partijen niet gebonden acht aan het deskundigenoordeel, terwijl geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om een reactie te geven op het concept rapport. In andere gevallen is het geven van een reactie op een concept wel een vereiste om later een beroep te kunnen doen op de onjuistheid.

Lang letselschadetraject

14 jaar na het ongeluk behandelt de rechtbank dit deelgeschil. De schade is met deze uitspraak nog niet afgehandeld. De uitspraak in een deelgeschilprocedure moet het makkelijker maken voor partijen om een eindregeling te sluiten. De rechter omschrijft dit als volgt:

‘’Om de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst tussen partijen te bevorderen’’

Niet de lange duur maar het uitblijven van een voorschot is in dit geval aanleiding voor het deelgeschil. De zaak toont daarom ook aan dat het geen probleem is als de afhandeling van schade lang duurt zolang de aansprakelijke partij voorschotten betaalt.

Billijkheidscorrectie kosten deelgeschil

De rechtbank bepaalt dat alle kosten van het deelgeschil voor rekening van de aansprakelijke partij komen, vanwege de wijze waarop de schade wordt afgehandeld. Normaal passen we de eigen schuld ook toe op de kosten van het deelgeschil. Het slachtoffer heeft 25% eigen schuld en betaalt daarom normaal gesproken 25% van de kosten van het deelgeschil. Omdat een voorschot uitbleef, begon het slachtoffer een procedure. De vrouw vindt daarom dat zij geen (eigen) schuld heeft aan de kosten van het deelgeschil. De rechtbank geeft de vrouw gelijk:

‘’Gelet op de passieve houding van [verweerster] en Allianz bij de schadeafwikkeling in deze al zeer lang lopende letselschadezaak, waar, gelet op de belangen van [verzoekster] , een actievere en meer op een oplossing gerichte houding verwacht had mogen worden, volgt de rechtbank [verzoekster] in deze, en ziet aanleiding op grond van de billijkheid de kosten van het deelgeschil geheel ten laste te brengen van [verweerster] .’’

Bindend deskundigenoordeel bij letselschade

Contact

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: rechtspraak.nl


    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief