Letselschade

Artikel 185 WVW Wegenverkeerswet

Artikel 185 WVW (Wegenverkeerswet) regelt de bescherming van de voetganger en fietser in het verkeer. Op grond van deze wettelijke regel betaalt de bestuurder van een motorvoertuig tenminste de helft van de letselschade van een voetganger of fietser en in veel gevallen een groter deel (de 50% regel).

De 50%-regel in artikel 185 WVW betekent dat voetgangers en fietsers na een aanrijding met een motorvoertuig bijna altijd recht hebben op een schadevergoeding. Bij letselschade bestaat er bovendien recht op vergoeding van rechtsbijstandskosten. Een letselschade advocaat brengt de kosten van uw schadeclaim rechtsreeks in rekening bij uw tegenpartij. Deze kosten worden niet ingehouden op uw schadeclaim. Neem contact op voor gratis advies en rechtsbijstand.

Hoe werkt artikel 185 WVW in de praktijk?

  • Er bestaat recht op vergoeding van de helft van de schade als de voetganger of fietser aantoont dat er letsel ontstond door een ongeval met een motorvoertuig;
  • Aansprakelijkheid is uitgesloten als de bestuurder van het motorvoertuig geen enkel verwijt kan worden gemaakt (overmacht). Deze situatie is zeer uitzonderlijk;
  • 50% van de schade is een ondergrens. Voor vergoeding van de overige schade kijken we naar de over en weer gemaakte verkeersfouten;
  • De schadevergoeding ziet op alle kosten en schade die het gevolg zijn van het ongeval. Het slachtoffer krijgt bovendien smartengeld voor pijn, leed en afname van levensvreugde;
  • Er zit helaas een wereld van verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Uw tegenpartij is een ervaren en deskundige verzekeraar met belang bij het afwijzen van uw claim en het minimaliseren van uw schade. Een belangenbehartiger zorgt dat u een eerlijke schadevergoeding krijgt.
Letselschade specialist mr. Marit Herngreen
HIJINK Advocaten is lid van het Nationaal Keurmerk Letselschade

Letselschade bij voetganger en fietser, betriebsgefahr

Voetgangers en fietsers zijn kwetsbaar in het verkeer. Bij een aanrijding met een motorovertuig is de kans op letselschade groot. Motorvoertuigen zijn dus gevaarlijk voor voetgangers en fietsers. Dit inherente gevaar noemen we het betriebsgefahr. Voetganger of fietser worden bovendien in mindere mate beschermd door kooiconstructies, airbags en ander veiligheidsvoorzieningen in een motorvoertuig. De wetgever besloot daarom voetgangers en fietsers extra bescherming te bieden. Dit is vastgelegd in artikel 185 WVW. In de praktijk wordt artikel 185 WVW zo uitgelegd dat voetgangers en fietsers recht hebben op vergoeding van tenminste de helft van hun letselschade. dit noemen we de 50%-regel.

Voetgangers en fietsers kunnen ook een beroep doen op artikel 185 WVW als verweer tegen een schadeclaim van een motorvoertuig. Dit noemen we de reflexwerking van artikel 185 WVW. Artikel 185 WVW is alleen van toepassing als de voetganger of fietser schade oploopt. Aan deze voorwaarde wordt niet altijd voldaan. We zien in de praktijk dan ook regelmatig dat er onterecht een beroep wordt gedaan op artikel 185 WVW.

Artikel 185 WVW

De tekst van artikel 185 Wegenverkeerswet (hierna: artikel 185 WVW) is als volgt:

  1. “ Indien een motorrijtuig waarmee op de weg wordt gereden, betrokken is bij een verkeersongeval waardoor schade wordt toegebracht aan, niet door dat motorrijtuig vervoerde, personen of zaken, is de eigenaar van het motorrijtuig of – indien er een houder van het motorrijtuig is – de houder verplicht om die schade te vergoeden, tenzij aannemelijk is dat het ongeval is te wijten aan overmacht, daaronder begrepen het geval dat het is veroorzaakt door iemand, voor wie onderscheidenlijk de eigenaar of de houder niet aansprakelijk is.
  2. De eigenaar of houder die het motorrijtuig niet zelf bestuurt, is aansprakelijk voor de gedragingen van degene door wie hij dat motorrijtuig doet of laat rijden.
  3. Het eerste en het tweede lid vinden geen toepassing ten aanzien van schade, door een motorrijtuig toegebracht aan loslopende dieren, aan een ander motorrijtuig in beweging of aan personen en zaken die daarmee worden vervoerd.
  4. Dit artikel laat onverkort de uit andere wettelijke bepalingen voortvloeiende aansprakelijkheid.”

Over de uitleg van dit wetsartikel zijn veel procedures gevoerd. Dit heeft geleid tot veel uitspraken van rechters (jurisprudentie).

Artikel 185 WVW Letselschade
Artikel 185 WVW Letselschade van fietser en voetganger in het verkeer

Kinderen jonger dan 14 jaar

In de uitspraken van rechters worden (spelende) kinderen op de fiets en als voetganger nog eens extra in bescherming genomen. Uit de jurisprudentie rondom dit artikel blijkt dat als er sprake is van een ongeluk tussen een motorrijtuig en een kind jonger dan 14 jaar, de gemotoriseerde weggebruiker aansprakelijk is voor 100%. Bewijs van de schuld van de automobilist is niet nodig.

Kinderen en volwassenen van 14 jaar en ouder

Als de niet gemotoriseerde weggebruiker ouder is dan 14 jaar, geldt een aansprakelijkheid van tenminste 50% voor de gemotoriseerde weggebruiker, behalve als er sprake is van overmacht.

Een uitzondering voor het aannemen van deze aansprakelijkheid op dit artikel 185 WVW is te vinden in het laatste stuk van lid 1 van dit artikel. Als er sprake is van overmacht geldt de aansprakelijkheidsverdeling niet. Wanneer sprake is van overmacht bepaalde de Hoge Raad in het arrest ABP/Winterthur. De Hoge Raad gaf aan dat (bijvoorbeeld) in de volgende situaties sprake is van overmacht:

  • de bestuurder rechtens foutloos heeft gereden of de fout niet relevant is voor het ongeval;
  • de fouten van de andere weggebruiker zo onwaarschijnlijk waren dat de bestuurder hiermee geen rekening hoefde te houden.

Overmacht wordt in de praktijk niet snel aangenomen. Niet gemotoriseerde weggebruiker met letselschade worden meestal beschermd. Wat neer komt op een aangenomen schadevergoedingsplicht van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer voor de letselschade van de fietser of voetganger.

Overmacht kinderen jonger dan 14 jaar

Voor extra kwetsbare weggebruikers, waaronder kinderen jonger dan 14 jaar vallen, geldt dat overmacht alleen aangenomen kan worden bij opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid van het kind. Bestuurders moeten bedacht zijn op fouten en onvoorziene gedragingen van kinderen. Deze regel geldt voor kinderen jonger dan 14 jaar. De regel geldt niet voor gehandicapten of bejaarden. Niet alle kwetsbaren worden dus door de wet beschermd.

Billijkheidscorrectie Artikel 185 WVW

De verdeling van de schade tussen partijen noemen we de causale verdeling. Als we op grond van de gemaakte fouten een verdeling van de aansprakelijkheid vaststellen, kan een billijkheidscorrectie leiden tot een hogere schadevergoedingsplicht.

Als de redelijkheid en billijkheid eisen dat gelet op de omstandigheden van het geval een andere verdeling van de aansprakelijkheid gewenst is, dan kan de aansprakelijkheid voor de gemotoriseerde weggebruiker hoger uit pakken. Een lagere aansprakelijkheid dan 50% voor de gemotoriseerde weggebruiker is niet mogelijk. Onder omstandigheden van het geval vallen onder andere de ernst van de fout van de gemotoriseerde weggebruiker, de ernst van de verwondingen van de niet gemotoriseerde weggebruiker en de mate van eigen schuld van de niet gemotoriseerde weggebruiker. Kortom de ernst van de letselschade kan een reden zijn om een hoger percentage van de schade te vergoeden dan 50%.

Gratis advies en rechtshulp

Wij helpen u graag verder. Bel voor een vrijblijvend advies naar 0800 – 44 55 000. Stuur een e-mail naar info@hijink.com of gebruik het onderstaande contactformulier als u wilt dat wij contact met u opnemen.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Onze specialisten

    mr. drs. E.S.M. Timmermans
    mr. O.A.M. Hijink
    mr. R. Bockhoven
    mr. M.P.H. van Maanen Winters
    mr. M.A. Visser
    mr. E.G.M. Driessen
    mr. M.K. Herngreen

    Heeft u recht op een letselschade vergoeding?

    Test het hier!

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    HIJINK Advocaten