Shockschadevergoeding zonder nauwe en affectieve relatie


De Hoge Raad verduidelijkte onlangs de voorwaarden voor het toekennen van een shockschadevergoeding. We kijken naar het letsel, de confrontatie met het letsel en de band tussen het slachtoffer en de persoon die een hevige emotionele schok oploopt bij een confrontatie met een slachtoffer. Deze drie gezichtspunten moeten in onderlinge samenhang beschouwt de conclusie rechtvaardigen dat er recht bestaat op een shockschadevergoeding. Hierdoor lijken de mogelijkheden om aanspraak te maken op een vergoeding voor shockschade te zijn uitgebreid.

Shockschade werd voor het eerst toegekend in het Taxibus-arrest. Deze zaak ziet op een moeder die geconfronteerd wordt met een verschrikkelijk ongeval waarbij haar dochter om het leven komt. In een recente uitspraak kent het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een shockschadevergoeding toe aan een man die een buurman probeert te reanimeren na een steekpartij en daarbij PTSS oploopt. De aard van het letsel en de directe confrontatie zijn in dit geval voldoende om, ondanks het ontbreken van een hechte relatie met het slachtoffer, het recht op een shockschadevergoeding vast te stellen.

Shockschade zonder nauwe affectieve relatie

De eiser ziet de steekpartij uit zijn keukenraam. Hij belt de politie en probeert daarna, tevergeefs, het slachtoffer te reanimeren. De eiser in deze procedure en het slachtoffer zijn buurtgenoten en kennen elkaar al jaren, maar hebben geen bijzonder hechte relatie. De rechter concludeert dat er geen sprake is van een nauwe affectieve relatie tussen de eisende partij en het primaire slachtoffer, maar besluit dat er toch recht bestaat op een schadevergoeding. Het ernstige letsel van het primaire slachtoffer en de hevige confrontatie met het overlijden zijn in dit geval voldoende om onrechtmatigheid jegens het secundaire slachtoffer vast te stellen:

‘Alles afwegend stelt het hof vast dat de benadeelde partij is geconfronteerd met een zeer heftig incident met dodelijke afloop. Weliswaar bestond er geen nauwe en affectieve relatie tussen de benadeelde partij en het primaire slachtoffer, het ging echter wel om een incident tussen buurtgenoten van de benadeelde partij direct naast zijn woning. De benadeelde partij is (daardoor) rechtstreeks met het incident en de gevolgen daarvan geconfronteerd en daarbij betrokken geraakt. Het hof oordeelt daarom, de gezichtspunten in hun onderlinge samenhang en in het licht van de overige feiten en omstandigheden beschouwd, dat sprake is van onrechtmatigheid jegens de benadeelde partij.’

Shockschadevergoeding zonder nauwe en affectieve relatie, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18 december 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:10633
Het secundaire slachtoffer ziet door het keukenraam dat zijn buurtgenoot wordt neergestoken en probeert tevergeefs hulp te bieden.

Beoordelingskader recht op shockschade Hoge Raad

Het gerechtshof beschrijft de rechtsregels in het arrest van de Hoge Raad. Als iemand geestelijk letsel oploopt door het overlijden of gewond raken van een ander kan er recht bestaan op een schadevergoeding. Daarbij kijken we naar het verwijt dat de aansprakelijke partij gemaakt kan worden. Ook de confrontatie met het overlijden of gewond raken speelt en rol. Daarnaast is het belangrijk dat er sprake is van geestelijk letsel:

‘Uit het arrest van de Hoge Raad van 28 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:958, volgt dat iemand die een ander door zijn onrechtmatige daad doodt of verwondt – afhankelijk van de omstandigheden waaronder die onrechtmatige daad en de confrontatie met die daad of de gevolgen daarvan, plaatsvinden – ook onrechtmatig kan handelen jegens degene bij wie die confrontatie een hevige emotionele schok teweeg brengt. Het recht op vergoeding van schade daarbij is beperkt tot de schade die volgt uit door die onrechtmatige daad veroorzaakt geestelijk letsel zoals hierna nader omschreven.’

Gezichtspunten beoordeling shockschade

De Hoge Raad geeft drie gezichtspunten om, vast te stellen of er sprake is van onrechtmatigheid ten opzichte van het secundaire slachtoffer. We kijken naar het misdrijf/ongeval waarmee de eiser van shockschade geconfronteerd wordt en het letsel dat hierbij ontstaat. Vervolgens kijken we naar de manier waarop de eiser betrokken was bij het ongeval/misdrijf. Daarna beoordelen we de band tussen het slachtoffer en de persoon die betrokken is bij het overlijden/gewond raken:

‘Gezichtspunten die een rol spelen bij de beoordeling van de onrechtmatigheid jegens degene bij wie een hevige emotionele schok is teweeggebracht als hiervoor bedoeld (hierna: het secundaire slachtoffer) zijn onder meer:
1. De aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed.
2. De wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan. Daarbij kan onder meer worden betrokken of hij door fysieke aanwezigheid of anderszins onmiddellijk kennis kreeg van het onrechtmatige handelen jegens het primaire slachtoffer, of dat hij nadien met de gevolgen van dit handelen werd geconfronteerd. Bij een latere confrontatie kan een rol spelen in hoeverre zij onverhoeds was. Bij het aan dit gezichtspunt toe te kennen gewicht kan meewegen of het secundaire slachtoffer beroepsmatig of anderszins bedacht moest zijn op een dergelijke schokkende gebeurtenis.
3. De aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer, waarbij geldt dat bij het ontbreken van een nauwe relatie niet snel onrechtmatigheid kan worden aangenomen.’

Voldoende zwaarwegende omstandigheden voor shockschade

De bovengenoemde gezichtspunten moeten gezien worden als communicerende vaten:

‘De Hoge Raad heeft daarbij overwogen dat de feitenrechter aan de hand van onder meer deze gezichtspunten in hun onderlinge samenhang beschouwd van geval tot geval moet beoordelen of sprake is van onrechtmatigheid, waarbij niet op voorhand aan een van deze gezichtspunten doorslaggevende betekenis toekomt. Als een van deze gezichtspunten geen duidelijke indicatie voor het aannemen van onrechtmatigheid geeft, kan onrechtmatigheid desondanks worden aangenomen als de omstandigheden daarvoor, bezien vanuit de overige gezichtspunten, voldoende zwaarwegend zijn.’

Hof wijst shockschade toe zonder hechte en affectieve relatie

Het gerechtshof beschrijft eerst de aard, toedracht en gevolgen van het misdrijf tegen het primaire slachtoffer:

‘Ten aanzien van het eerste gezichtspunt stelt het hof vast dat sprake is van doodslag, een extreem feit met fataal gevolg voor het primaire slachtoffer.’

Daarna kijkt het hof naar de confrontatie van de eiser met het misdrijf:

‘Ten aanzien van het tweede gezichtspunt kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij van dichtbij meemaakte dat en hoe het primaire slachtoffer werd neergestoken. Verdachte was de directe buurman van de benadeelde partij en deze heeft vanuit het keukenraam alles zien gebeuren. De benadeelde partij heeft vervolgens de ambulance gebeld, heeft geholpen bij de reanimatie en was er getuige van dat het slachtoffer niet meer ademde. Niet alleen hij maar ook de rest van zijn gezin heeft het gepleegde lichamelijk geweld en het dode slachtoffer dat een tijdje vlakbij hun huis heeft gelegen zeer indringend ervaren.’

Als laatste komt de relatie tussen het primaire en secundaire slachtoffer aan de orde:

‘Ten aanzien van het derde gezichtspunt kan niet worden vastgesteld dat sprake was van een nauwe en affectieve relatie met het primaire slachtoffer zoals begrepen in de rechtspraak over shock- en affectieschade. Wel was het primaire slachtoffer een vertrouwde buurtgenoot van de benadeelde partij en kenden zij elkaar al vanaf hun jeugd.’

Het misdrijf tegen het primaire slachtoffer was ernstig. De confrontatie was bijzonder heftig. Het slachtoffer overleed terwijl het secundaire slachtoffer probeerde hem te reanimeren. De band tussen het primaire en secundaire slachtoffer is niet bijzonder hecht, maar er is toch voldoende reden om een schadevergoeding toe te kennen. Het hof bepaalt dat het slachtoffer recht heeft op € 5.000,– shockschade:

‘Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof dan ook voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks shockschade heeft geleden. Naar maatstaven van billijkheid kan deze schade worden vastgesteld op het gevorderde bedrag van € 5.000.’

Terugwijzing door de Hoge Raad

In dit geschil is dit de 4de uitspraak van een rechter. In eerste instantie is de procedure behandeld door de rechtbank. Tegen deze uitspraak is beroep ingesteld bij het gerechtshof. Na het hoger beroep bij het gerechtshof wordt cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad draagt het gerechtshof in haar arrest op om in met in achtneming van de uitspraak van de Hoge Raad een nieuw oordeel te geven over de zaak.

Gratis rechtshulp bij letselschade

Ons telefoonnummer is 0800 – 44 55 000. U kunt ook een e-mail sturen naar info@hijink.com of gebruik maken van het onderstaande contactformulier voor een terugbelverzoek.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18 december 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:10633

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief