Heeft een comapatient een aanspraak op smartengeld?

Heeft een comapatiënt aanspraak op smartengeld? Begroting van het smartengeld bij een comateuze patiënt met een minimaal bewustzijn.

Ten gevolge van een verkeersongeval raakt het slachtoffer in een coma. In de procedure gaat het over de vraag of het slachtoffer in een zodanig comateuze toestand verkeert, dat niet gesproken kan worden van enig bewustzijn, maar dat sprake is van een vegetatieve staat en de kans op ontwaken vrijwel nihil is.

De verzekeraar stelt zich op het standpunt geen smartengeld te hoeven vergoeden. Verzekeraar stelt dat smartengeld als doel heeft leed te verzachten door het leven te veraangenamen. Als gevolg van het ontbreken van enig bewustzijn bij het letselschade slachtoffer kan het smartengeld niet bijdragen aan de verlichting van zijn leed en evenmin aan de veraangenaming van zijn leven. Ook stelt de aansprakelijke verzekeraar dat een verminderde bewustzijn van het letselschade “verlagende invloed” heeft op de hoogte van het smartengeld, omdat vanwege het verminderde bewustzijn aangenomen dient te worden dat het slachtoffer “minder lijdt”.

Rechtbank Utrecht

De rechtbank in Utrecht is het hier niet mee eens en oordeelt dat de aansprakelijk verzekeraar uitgaat van een te beperkte, en onjuiste opvatting over de functie van het recht op schadevergoeding en smartengeld. Voor het vaststelen van het recht op smartengeld, maar ook de hoogte van het smartengeld bij letsel, is de vraag of en op welke wijze het slachtoffer de schadevergoeding besteedt of zal besteden niet relevant. Dit betekent dat de mate waarin het slachtoffer daadwerkelijk vreugde beleeft aan de schadevergoeding die het recht hem verschaft, voor de vaststelling van (de omvang van) dat recht doorgaans niet relevant is.

Behalve het compenseren van verlies heeft smartengeld ook tot doel om genoegdoening te verschaffen voor het geschokte rechtsgevoel van de benadeelde. Daarbij gaat het onder meer om de afkeuring en veroordeling van het gedrag van de aansprakelijke partij. Smartengeld heeft vanuit dit perspectief niet alleen een compensatie-functie maar ook een genoegdoeningsfunctie. De rechter mag bij de begroting van het smartengeld rekening houden met de aard van de aansprakelijkheid en de zwaarte van het aan de aansprakelijke partij te maken verwijt.

comapatiënt aanspraak op smartengeld

Smartengeld en slachtofferbescherming bij een comapatiënt

Maar ook uit het oogpunt van slachtofferbescherming is het moeilijk te rechtvaardigen om een slachtoffer smartengeld te onthouden indien bij hem het besef van het verlies en de beoogde geldelijke genoegdoening ontbreekt, zowel indien dat gebrek aan besef het gevolg is van een reeds bestaande handicap, maar zeker ook indien dat gebrek aan besef een gevolg is van de gebeurtenis waar de aansprakelijkheid op is gebaseerd. Vanuit dit oogpunt is het maken van een onderscheid tussen slachtoffers die zich van het verlies (volledig) bewust zijn, en slachtoffers bij wie dat niet het geval is, in strijd met de menselijke waardigheid die voor ieder mens gelijkelijk geldt en in strijd met het in het Nederlandse recht algemeen geldende gelijkheidsbeginsel.

Berekenen hoogte smartengeld

Ingevolge artikel 6:106 lid 1 BW dient het smartengeld door de rechter naar billijkheid vastgesteld te worden. Die vaststelling geschiedt met inachtneming van alle omstandigheden van het geval, waaronder in het bijzonder (maar daartoe niet beperkt) de aard van de aansprakelijkheid, de ernst van het aan de aansprakelijke partij te maken verwijt, de aard van het letsel, de ernst van het letsel (waaronder de duur en intensiteit), de verwachting ten aanzien van het herstel en de leeftijd van het slachtoffer. Voorts dient de rechter bij de begroting, indien mogelijk, te letten op vergelijkbare gevallen.

Smartengeld in het buitenland

De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag geplaatst of middels gevalvergelijking tot een begroting van het aan letselschade slachtoffer toekomende smartengeld kan worden gekomen. Zij heeft geconstateerd dat (voor zover valt na te gaan) in Nederland niet eerder over soortgelijke situaties is beslist. De rechtbank heeft zich voor de hoogte van het toe te kennen bedrag georiënteerd op regelingen c.q. uitspraken in het buitenland en daarbij de vraag betrokken of daar – met inachtneming van het gegeven dat de toekenning van smartengeld per land verschilt – bij comateuze slachtoffers een substantieel, dan wel een meer symbolisch bedrag wordt toegekend. Het onderzoek van de rechtbank is beperkt gebleven, niet alleen omdat partijen buitenlandse uitspraken op dit gebied niet in hun stellingen hebben betrokken, maar ook omdat de rechtbank met partijen een wederzijdse afspraak over de snelheid van de gedingvoering heeft gemaakt en zij met het oog daarop geen verdere vertraging in de vonniswijzing wil veroorzaken die het gevolg zou zijn van een meer diepgravend onderzoek naar de buitenlandse rechtspraak over de onderhavige materie.

Uit de in Groot Brittannië geldende Guidelines for the Assessment of General Damages in Personal Injury Cases blijkt dat in gevallen van bewusteloosheid smartengeld (general damages) voor verlies van levensvreugde (loss of amenity) wordt toegekend, maar niet voor ‘pain and suffering’. In het hoofdstuk ‘Head Injuries’ is de eerste categorie ‘brain damage’ verdeeld in diverse gradaties. De ernstigste gradatie ‘Very severe brain damage’ geeft als bandbreedte voor de toegekende bedragen £185,000 (€ 222.000) en £265,000 (€ 318.000) aan.

De toelichting hierbij luidt als volgt (p. 5):
‘In cases at the top of this bracket the injured person will have a degree of insight. There may be some ability to follow basic commands, recovery of eye opening and return of sleep and waking patterns and postural reflex movement. There will be little, if any, evidence of meaningful response to environment, little or no language function, double incontinence and the need for full-time nursing care. (…) Where there is a persistent vegetative state and/or death occurs very soon after the injuries were suffered and there has been no awareness by the injured person of his or her condition the award will be solely for loss of amenity and will fall substantially below the above bracket.’

In Duitsland zijn diverse uitspraken gepubliceerd waaruit blijkt dat bij comateuze slachtoffers een vergoeding wordt toegekend die varieert van € 150.000,00 tot € 350.000,00. Hierbij zij aangetekend dat het lagere rechtspraak betreft.

Uit deze (nogmaals: beperkte) oriëntatie leidt de rechtbank af dat aan comateuze slachtoffers in Groot Brittannië en Duitsland substantiële bedragen worden toegekend die ook binnen de totale range van smartengeldbedragen in de hoogste categorieën lijken te vallen.

Toekennen recht op smartengeld

De rechtbank meent dat gezien de eigensoortige aard van het onderhavige letsel niet goed een vergelijking met andere – meer voorkomende – letsels kan worden gemaakt. Vastgesteld dient te worden dat het letsel zeer ernstig is en dienovereenkomstig dient te worden beoordeeld, maar juist vanwege de hier noodzakelijke objectieve benadering van het gemis aan levensvreugde, acht zij een verdere vergelijking met andere letsels niet mogelijk. Hoewel het algemene niveau van het smartengeld in Groot Brittannië en Duitsland niet, althans niet zonder meer, vergelijkbaar is met dat in Nederland, vindt de rechtbank in de oriëntatie wel steun voor haar oordeel dat voor letsel als het onderhavige toekenning van een substantiële smartengeldvergoeding billijk is.

Gelet op al deze omstandigheden begroot de rechtbank bij wijze van eindbeslissing het smartengeld waarop het verkeersslachtoffer recht heeft op € 100.000,00 indien wordt uitgegaan van volledige aansprakelijkheid.

Bron: Rb Utrecht 6 februari 2013, LJN: BZ0813

Zorg dat u niet met u schade blijft zitten en maak aanspraak op de vergoeding waar u recht op heeft. Schakel een specialist in. Bel 0800-4455000 of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief