Letselschade

Letselschade jurisprudentie

Zwiepende tak arrest

Zwiepende tak arrest (Werink / Hudepohl), Hoge Raad 9 december 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1576: Het zwiepende tak arrest is een belangrijke uitspraak in de letselschade jurisprudentie. Uit het zwiepende tak arrest blijkt dat een handeling onrechtmatig is als de kans dat door de handeling schade ontstaat groot is.

Voor het verschil tussen een ongelukkige samenloop van omstandigheden en een onrechtmatige gedraging beoordelen we of er bij de gedraging sprake is van een grote kans op een ongeluk.

Met letselschade jurisprudentie bedoelen we uitsprtaken van rechters die voor de afhandeling van schade belangrijk zijn. Het Zwiepende tak arrest is een van deze belangrijke rechtsvormende uitspraken.

Casus zwiepende tak arrest

Vier vrienden lopen ’s avonds door een bos. Een van de vier, Werink, geeft een trap tegen een tak. De tak zwiept terug en raakt zijn vriend, Hudepohl, in het oog. Hudepohl verliest uiteindelijk zijn oog en stelt zijn vriend Werink aansprakelijk voor zijn letselschade.

Zwiepende tak arrest, werink hudepohl, HR 9 december 1994 ECLI:NL:HR:1994:ZC1576, casus, Zwiepende tak arrest, samenvatting Zwiepende tak arrest, rechtsregel Zwiepende tak arrest

Zwiepende tak rechtbank

De rechtbank wijst de vordering van Hudepohl af. De rechtbank overweegt dat mensen tijdens een boswandeling bedacht moeten zijn op gevaar dat ontstaat door handelingen van anderen. Als iemand oogletsel oploopt door een ongelukkige samenloop van omstandigheden is er volgens de rechtbank geen sprake van onzorgvuldig handelen.

Gerechtshof

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank in beroep. Het hof neemt aan dat Werink zonder noodzaak de tak schopte. Dat Werink geen letsel wilde toebrengen doet er niets aan af dat hij zich ten opzichte van Hudepohl onvoorzichtig heeft gedragen. Werink heeft volgens het hof onzorgvuldig en daarom onrechtmatig gehandeld. Het hof neemt daarbij in acht dat Werink (17 jaar oud) had kunnen weten dat een trap terug kan zwiepen en letsel kan veroorzaken.

Hoge Raad 9 december 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1576

De Hoge Raad volgt de redenatie van het hof. Maar in de uitspraak van het hof ontbreekt informatie over de feitelijke toedracht van het ongeval. De Hoge Raad vindt dat het hof had moeten onderzoeken wat de mate van waarschijnlijkheid was dat de geschopte tak terug zou zwiepen en letsel zou veroorzaken.

Rechtsregel zwiepende tak arrest

De belangrijkste regel uit het arrest is dat voor de vraag of een persoon aansprakelijk is voor een bepaalde handeling van belang is om te beoordelen hoe groot de kans is dat door die handeling een ongeval of (letsel)schade ontstaat.

De belangrijkste overwegingen uit het Zwiepende tak arrest staan in r.o. 3.4 tot en met 3.6:

“3.4 Onderdeel I van het middel (…) gaat terecht ervan uit dat niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van aan een bepaald gedrag inherent gevaar, dat gedrag onrechtmatig doet zijn, maar dat zodanig gevaar scheppend gedrag slechts onrechtmatig is indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.

3.5 Onderdeel II [van het middel] klaagt [terecht] over ontoereikende motivering van ’s Hofs oordeel, nu omtrent de toedracht van het ongeval onvoldoende is komen vast te staan. (…)

3.6: Naar onderdeel I met juistheid betoogt, heeft het Hof (…) de hiervoor onder 3.4 omschreven maatstaf miskend. Weliswaar heeft het hof overwogen dat (Werink zich had moeten realiseren dat) een tak waartegen wordt getrapt, kan terug zwiepen en een ander kan verwonden, alsmede dat Werink rekening had moeten houden met de mogelijkheid dat Hudepohl zich in zijn onmiddellijke nabijheid bevond. Maar het Hof heeft niet onderzocht of de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval als het onderhavige doordat de tak als gevolg van de door Werink daartegen gegeven schop ernstig letsel aan de achter hem lopende Hudepohl zou kunnen toebrengen, zo groot was dat Werink zich, naar de eisen van de hem jegens Hudepohl betamende zorgvuldigheid, van het geven van die schop had behoren te onthouden.

Voor een oordeel te dier zake is in dit geding trouwens geen toereikende feitelijke grondslag beschikbaar, (…)”

Belang arrest Werink / Hudepohl

Het zwiepende tak arrest past binnen een lijn van arresten waarin gedrag dat letselschade veroorzaakt niet onrechtmatig is, omdat het gedrag niet maatschappelijk onzorgvuldig is. De hierboven opgenomen rechtsoverwegingen 3.4 tot en met 3.6 van de Hoge Raad is inmiddels een standaard overweging die in veel rechterlijk uitspraken terugkomt.

Contact

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Onze specialisten

    mr. drs. E.S.M. Timmermans
    mr. O.A.M. Hijink
    mr. R. Bockhoven
    mr. M.A. Visser
    mr. E.G.M. Driessen
    mr. M.K. Herngreen

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief