Frontale aanrijding

Een frontale aanrijding roept de vraag op of de bestuurders voldoende rechts hielden. Het recht op een schadevergoeding na een frontale aanrijding is daarom mede afhankelijk van het bewijs waaruit blijkt dat de tegenpartij onvoldoende rechts hield.

Bestuurders moeten rechts houden. Een frontale aanrijding is alleen mogelijk als beide bestuurders op dezelfde plek op de weg rijden. Na een frontale aanrijding speelt daarom vaak de vraag welke bestuurder onvoldoende rechts hield. We bespreken frontale aanrijdingen aan de hand van een recente uitspraak over een frontale botsing tussen twee scooters. Op een fietspad ontstaat in een bocht een frontale aanrijding tussen twee scooters. Een van de bestuurders eist bij de rechter een schadevergoeding voor het verkeersongeval. Dit betekent dat de rechter moet beoordelen wat de plaats op de weg was van de voertuigen en welke weggebruiker onvoldoende rechts hield:

‘Vast staat dat [verzoeker 1] en [betrokkene 1] met hun scooters frontaal op elkaar zijn gebotst. Het is alleen maar mogelijk om frontaal te botsen in een situatie waarin beide scooters ongeveer op dezelfde plaats op de weg rijden.’

frontale aanrijding, frontale botsing, schadeclaim frontale aanrijding — HIJINK Advocaten is lid van het Nationaal Keurmerk Letselschade

Gratis advies en rechtsbijstand bij na een frontale aanrijding

0800 44 55 000

Bewijs frontale aanrijding

Bij een frontale aanrijding speelt de vraag waar bestuurders precies reden. Bestuurders moeten rechts houden. De plaats op de weg is dus belangrijk om vast te stellen welke bestuurder aansprakelijk is voor de schade van een frontale aanrijding. Daarnaast is belangrijk dat de eiser van een schadevergoeding het recht op een schadevergoeding moet aantonen. Na een frontale botsing is daarom van belang dat uit het bewijs blijkt wat de plaats op de weg was van de betrokken bestuurders.

Frontale aanrijding scooters

De twee scooterrijders botsen in een S-bocht op een nat en onverlicht fietspad. De rechter beoordeelt diverse verklaringen en een ingevuld schadeformulier. Uit de beschikbare informatie maakt de rechter op dat een van de bestuurders in het midden van de weg reed. De andere bestuurder reed in het midden van zijn eigen rijstrook. Ook deze bestuurder had volgens de rechter beter moeten anticiperen:

‘[betrokkene 1] reed op zijn eigen weghelft en is vlak voor de botsing in het midden van de weg komen te rijden, waar hij (rechts) op zijn eigen weghelft had moeten blijven. De causale bijdrage van [verzoeker 1] aan het ontstaan van het ongeval is kleiner, maar niet afwezig. Indien [verzoeker 1] rechts op zijn eigen weghelft had gereden, had het ongeval mogelijk voorkomen kunnen worden. [verzoeker 1] hoefde weliswaar de onverwachte manoeuvre van [betrokkene 1] naar het midden van het fietspad niet te verwachten, maar gelet op de omstandigheden (donker, nat wegdek, een bocht in het fietspad) en het feit dat hij [betrokkene 1] zag aankomen (zo heeft hij verklaard op de zitting), had verwacht mogen worden dat [verzoeker 1] anticiperend op het passeren van [betrokkene 1] geheel rechts was gaan rijden.’

Beide onvoldoende rechthouden is gedeelde schuld

De bestuurder van de scooter die midden op de weg reed, draagt 80% van de schade. De andere bestuurder hield onvoldoende rechts. Daarom draagt ook deze bestuurder een deel van de schade (20%). Bij een frontale botsing is het dus mogelijk dat beide bestuurders de schuld delen, omdat beide bestuurders onvoldoende rechts hielden.

Ander relevante factoren bij een frontale botsing

Niet alleen de plaats op de weg is van belang voor het beoordelen van een frontale botsing. Ook bijvoorbeeld de rijsnelheid, zichtbaarheid van voertuigen en de weersomstandigheden kunnen een rol spelen.

Frontale aanrijding voetganger

Voor bestuurders geldt de verplichting om rechts te houden. Deze regel geldt echter niet voor voetgangers. Voetgangers mogen zelf bepalen of zij aan de linker of rechter kant van de weg lopen. Voor voetgangers bestaat wel de verplichting om de zijkant van de weg te gebruiken. Bij een frontale aanrijding met een voetganger kan daarom de vraag worden gesteld of de voetganger voldoende aan de zijkant liep. Ook de zichtbaarheid van de voetganger speelt vaak een rol.