Schadevergoedingsplicht werkgever bij mishandeling en bedreiging

Schadevergoedingsplicht werkgever bij mishandeling – Aansprakelijkheid van de werkgever voor lichamelijk en psychisch letsel door mishandeling en bedreiging.

Schadevergoedingsplicht werkgever bij mishandeling

In de rechtszaak die in Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden diende houdt een vestigingsmanager zijn werkgever aansprakelijk voor letselschade, bestaande uit psychische klachten, ontstaan uit mishandeling door een uitzendkracht.

De vestigingsmanager van het uitzendbureau is in 2002 mishandeld en liep daardoor lichamelijk letsel op. Pas enkele jaren later tussen 2006 en 2008 wordt hij verschillende keren verbaal bedreigd door iemand die dat zegt te doen namens een aantal voormalig uitzendkrachten. De vestigingsmanager communiceert dit met zijn werkgever, waarop de werkgever aan de dreigementen een einde weet te maken. Desondanks ontwikkelt de vestigingsmanager psychische klachten en houdt zijn werkgever aansprakelijk op grond van artikel 6:170 en 6:658, zijnde aansprakelijkheid van de werkgever voor een ondergeschikte (de uitzendkrachten). Ook voert de werknemer aan dat de werkgever geen adequate maatregelen heeft ondernomen terzake de mishandeling en bedreigingen, zodat hij aansprakelijk is op grond van 6:162 BW (onrechtmatige daad) en artikel 7:611 BW (goed werkgeverschap).

Schadevergoedingsplicht werkgever bij mishandeling

De vestigingsmanager procedeert eerst voor de kantonrechter in Groningen, deze wees de vordering van de vestigingsmanager af. De vestigingsmanager ging van dit vonnis in hoger beroep en vraag het Hof te verklaren (voor recht) dat de werkgever aansprakelijk is voor de letselschade door de mishandeling en bedreigingen door de uitzendkracht. De vestigingsmanager claimt naast materiële schade ook smartengeld.

Voor het eerst meldde de vestigingsmanager zich ziek in 2007 vanwege lichamelijke en geestelijke klachten. Na enige tijd zijn werk te hebben hervat viel hij weer uit in 2008. De werknemer heeft zijn werkzaamheden daarna niet meer hervat.

Om bedrijfseconomische redenen gaf de werkgever aan te willen komen tot een beeindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter komt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde verhouding. De kantonrechter kent een ontslagvergoeding toe. In het vaststellen van de ontslagvergoeding weegt de kantonrechter mee dat de verstoring van de arbeidsrelatie is veroorzaakt door gebeurtenissen op het werk zijnde de mishandelingen en bedreigingen, die liggen in de risicosfeer van de werkgever. De werknemer kan dit aangaande geen verwijt worden gemaakt.

Schadevergoedingsplicht werkgever

Letselschade door werkzaamheden

De werknemer stelt dat de psychiatrische aandoening (overspannenheid en posttraumatische stress stoornis) is veroorzaakt door de werkgerelateerde mishandeling en bedreigingen. Er zou sprake zijn van een grote psychische druk, een gewelddadige overval en afpersingen/bedreigingen. Om de angst te bestrijden is hij in toenemende mate alcohol gaan gebruiken. Hij verwijt zijn werkgever dat deze onvoldoende steun en zorg heeft geboden, maar ook te weinig heeft gedaan om maatregelen te nemen teneinde voor een veilige werkplek te zorgen.

Verband lichamelijke en psychische klachten en schadevergoeding

Het Hof oordeelt op basis van het psychiatrisch rapport dat er onvoldoende verband bestaat tussen de mishandeling, bedreiging, de hoge werkdruk en de gevorderde schadevergoeding. Daar komt bij dat niet is gebleken dat de bedreigingen zijn gedaan door of namens een (ex) werknemer. Het functionele verband tussen de bedreigingen en het werk ontbreekt omdat de bedreiging geen relatie hield met het werk. Het betrof afpersing om zonder betaling gebruik te kunnen maken van auto’s van de werkgever, er is geen verband met de inhoud van de werkzaamheden.
Als het betreft het tekortschieten in de zorgplicht en de te hoge werkdruk, komt uit het psychiatrisch rapport niet naar voren dat dit de oorzaak is van de klachten. Dit zou ‘slechts’ hebben geleid tot een complicerende factor.

Zorgplicht, veiligheid, instructie werkplek

In het stramien van de wet kan de werkgever die wordt aangesproken op werkgeversaansprakelijkheid zich van aansprakelijkheid bevrijden door aan te tonen dat hij heeft voldaan aan zijn zorgplicht, of dat er sprake is geweest van opzet of bewuste roekeloosheid. Onderkent moet hierbij worden dat de zorgplicht geen absolute waarborg is tegen bescherming van werknemers tegen ieder gevaar op de werkvloer of arbeidsongevallen.
Nu wel een hoog veiligheidsniveau mag worden verlangd, moet de werkgever aantonen dat voldoende toezicht is gehouden op behoorlijke naleving van de door hem gegeven instructies. Welke maatregelen in het specifieke geval genomen moeten worden is afhankelijk van de omstandigheden zoals de aard van de werkzaamheden, de kans dat zich een ongeval zal voordoen, de ernst die de gevolgen van een ongeval kunnen hebben en de mate van de bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.

Het hof Groningen oordeelt dat werkgever heeft voldaan aan haar zorgplicht en er geen reden zijn om aan te nemen dat de werkgever meer maatregelen had moeten nemen. Nu de werkgever gemotiveerd verweert is het is aan de werknemer om het tegendeel te bewijzen. Het Hof zal de mogelijkheid bieden om nader bewijs aan te leveren al dan niet door het horen van getuigen.

Advies

Heeft u zelf letselschade opgelopen bij een arbeidsongeval of wordt u als werkgever aansprakelijk gehouden, bel ons voor advies over aansprakelijkheid, letselschade en schadevergoeding. Bel 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@hijink.com of maak gebruik van het contactformulier.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres


    Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 200.142.706/01

    Altijd de juiste overeenkomsten en documenten bij de hand?

    Bekijk onze database

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief